Grootmoedigheid van keizer Tiberius.
Het karakter van Keizer tiberius is zoo gehaat geworden, en wij beschouwen het met zulk eene ongunstige vooringenomenheid, dat, wat 'er ook in zijn gedrag zij, 't welk in een anderen Vorst onze toejuiching zou gewekt hebben, of geheel voorbijgezien, of met agterdogt en afkeuring wordt beschouwd. Hieraan moet toegeschreeven worden, dat de verzamelaars van historische schoonheden zoo luttel acht hebben geslagen op een geval, 't welk, indien het onder eene beter regeering gebeurd ware, zou hebben kunnen geschilderd worden als een der schoonste en treffendste tooneelen in de Romeinsche Geschiedenis. Ik zal 'er een eenvoudig verhaal van geeven, zoo als het voorkomt bij tacitus, een Schrijver inderdaad, die der gedagtenisse van tiberius niet al te gunstig was.
Bij het overlijden van zijnen eenigen Zoon drusus, met welken hij op den voet van vaderlijke liefde immer schijnt geleefd te hebben, eer nog het lijk ter aarde wierdt besteld, tradt tiberius in het Raadhuis, met vasten tred en opgeheven hoofde; en, den Konsuls, die, ten teeken van rouwe, hunne gestoelten verlaaten hadden, hunne waardigheid herinnerende, zeide hij tot de Vergadering, ‘Dat hij wel gevoelde, zich aan berisping bloot te geeven, door in hunne tegenwoordigheid te verschijnen, terwijl de oorzaak zijner droefenisse nog zoo versch was; dat het inderdaad het gemeen gebruik der rouwdraagers was, naauwelijks voor hunne naaste bloedverwanten, en nog minder in het openbaar te verschijnen: eene gewoonte, die hij niet, als den mensch onwaardig, wilde gispen; maar dat, wat hem betrof, hij eene meer afdoende vertroosting in den boezem zijner medeburgeren zogt.’ - Vervolgens zijn leedweezen betuigende over de hoogbejaardheid van augusta (livia), den tederen ouderdom zijner kleinkinderen, en zijne eigen afneemende gezondheid, begeerde hij, dat de kinderen van germanicus, de eenige