dat de beschouwing van alle deze gewichtige Onderwerpen, in het IV Deel beknoptlijk voorgesteld, mij aanleiding geven en noodzaken zoude, om, onder de eenvondige benaming van Bijlagen, op 't voorbeeld van den Gel. Heer w. robertson, breeder uit te weiden over de gewichtige gevolgen, die de Volksverhuizingen der uit het Noordwesten opgerezen Frankische Volkeren, met hunne gewapende veroveringen der Westersche Landen van Europa, langs geheel andere Grondbeginzelen dan te voren, op de instelling, verderen voortgang en vestiging der Europische Staaten, Koningrijken, Vorstendommen, Hertogdommen en Graafschappen gehad hebben; - noch ook, dat ik bij die gelegenheid zoude ontwikkelen het tot heden weinig bekende Domaniale Staatstelzel, uit die Land- en Volksveroveringen geboren, en het daar op gebouwde en zich allengskens vaster zettende Leenroerige Stelzel, en de daar mede zamenhangende Oorzaak, waarom alle Europische Vorsten en Beheerschers, te voren gewoon van hunne ruime inkomsten te leven, en land en volk te onderhouden, in latere tijden zich genoodzaakt vonden, hunne toevlucht te nemen tot Onderstandgelden, en tot Staaten, of bijeenroeping van dus genoemde Volksvertegenwoordigers.’
Met deeze woorden geeft de Hoogleeraar kluit het beloop zijner afgewerkte taak op in de vier voorgaande Deelen. Wij hebben, op zijn tijd, onze aanmerkingen medegedeeld, noodloos hier te herhaalen of uit te breiden, waartoe anders gelegenheid te over zou weezen, daar hij deeze zelfde denkbeelden, gelijk elk weet, uit geheel andere grondbeginzelen afgeleid, dan wij, bij onze beroemdste Vaderlandsche Geschiedboekers, voorgesteld vinden, ‘hoopt meer uiteengezet, met overtuigende bewijzen bevestigd, en hierdoor veele Vooroordeelen in de Geschied- en Staatkundige wereld weggenomen te hebben, die door veele achtbaare Schrijvers, vooral in onzen leeftijd, zijn ingeboezemd.’ - Wij troffen allerwegen den Verdeediger en Lofredenaar aan van den Regeeringsvorm vóór 1795.
Rijk is de arbeid des Hoogleeraars in het opdisschen van belangrijke, veelal onuitgegeevene, oorspronglijke Stukken. Zo treffen wij in dit Slotdeel aan, een gewigtig, uitgebreid, doch nimmer in het licht gegeeven, Hervormings-Edikt, 't welk philips de schoo-