hij, onder opgemelden titel, der Boekenwereld aanbiedt.
Het eerste gedeelte deezer Bergreizen, 't welk thans voor ons ligt, loopt over de belangrijkste gedeelten der Pyreneën. Hij heeft alles, wat sedert d'arcet, tot ramonds laatste Werk, over dit onderwerp in 't licht gekomen is, zich ten nutte gemaakt, alles onderling vergeleeken en tot één gebragt, en zijne eigene waarneemingen, bij het behandelen der West-Pyreneën, bij die van anderen gevoegd, en eindelijk alle zodanige algemeene uitkomsten der gedaane waarneemingen, als tot de weetenschappen betrekking hebben, ieder onder derzelver opschrift, naauwkeurig laaten volgen.
Dit opgegeeven onopgesmukt verslag des Schrijvers schetst ons den inhoud des Werks; welks Eerste Deel, het vermelde getal van 148 bladzijden beslaande, in Drieentwintig Hoofdstukken verdeeld is, en dus den Leezer zeer veele rustpunten oplevert in het beklimmen deezer Bergtoppen.
Vol afwisseling is dit Reisverhaal, hoe zeer ook meest over Bergen loopende, die, schoon soortgelijke, egter zeer verschillende voorwerpen aanbieden. Fischer verstaat de kunst, om der Leezeren aandagt op eene aangenaame wijze bezig te houden, en niet te vermoeijen. De mgevlogte beschrijvingen van de onderscheide Bergbewooners zijn fraai en leerzaam. Wij vonden ons aangelokt, om, uit het eerste Hoofdstuk, de opgave der Hottentotten van Frankrijk, de Parens, te neemen, die hij als ooggetuige afmaalt; doch ons bestek gedoogt het niet. Beter voegt daaraan de korte beschrijving van het Herderleeven der Pyreneën, dus opgegeeven:
‘De Pyreneensche Herders zijn, wat het karakter aanbelangt, oneindig boven de Alpen-herders verheeven. Hunne stille vreedzaamheid, hun werkzaame aart, hun bedaarde moed, het uitdrukzel hunner verheeven bestemming, alles boeit den waarneemer, alles is den wijsgeer gewigtig.
De herder der Pyreneën is de zoon eens meer zuidelijken hemels; zijn voorkomen draagt het kenmerk eener krachtvolle, eener geheel voltooide natuur; maar zijn lot is niet zoo zacht als dat van den herder der Alpen; zijn arbeid is niet met gelijken zegen bekroond.
Des zomers op zijne weide, des winters in zijne hut tot eene akelige eenzaamheid gedoemd; dáár in een bestendigen twist met vijandlijke grensbewooners ge-