Verzameling van eenige, op eenen Evangelischen toon gestemde, Psalmgezangen; uit onze gewoone Berijming gekoozen, door A. Ypey, Dr. en Hoogleeraar der Godgel. te Harderwijk. Te Amsterdam, bij J. ten Brink, Gz. 1806. In 8vo. 216 Bl.
De Hoogleeraar ypey tracht, door dit boekje, de bezorgdheid der genen, die vreezen, dat, door de invoering der Liederen, welligt de Psalmen zullen achter de bank raken, eenigzins te gemoet te komen, en een geschikt middel aan de hand te geven, om derzelver aanhoudend en nuttig gebruik te bevorderen. Hij doet eene poging, om deze voortreffelijke Gezangen te ontdoen van al het geen in den mond eenes Christens niet wel past, en daaruit eenen kleinderen bundel van Psalmen en Psalmverzen bijeen te verzamelen, die, in onze Godsdienstige Vergaderingen, met gepaste deelneming, tot wezenlijk nut, kunnen gebruikt worden.
De volgende Psalmen, 3, 10, 12, 18, 20, 22, 28, 35, 45, 47, 49, 51, 54, 74, 75, 76, 78, 81, 82, 83, 87, 88, 109, 110, 114, 120, 122, 129, 132, 137, 141, 142, zijn geheel weggelaten; in de overigen niet alleen, hier en daar, eenige woorden en spreekwijzen, naar den geest van het Christendom, veranderd, maar ook van sommigen verscheidene geheele of halve verzen doorgestreken. - Zoo heeft men, bij voorbeeld, van den eersten Psalm alleen vs. 4. van II. 7. IV. 2b. VI:9. VII. 9. XXXVIII. 1, 4, 9, 15, 17, 18, 21, 22. XL. 5, 6, 8. XLI. 7. XLII. 1, 3, 5, 7. XLIII. 1, 5. XLIV. 5a, 14. LII. 7. LV. 13b, 14. LIX. 10. LXVIII. 3, 6b, 10, 16, 7. LXXIII. 1, 12, 13, 14. LXXXIV. 6. CXXXIII. 1, 3. CXXXIV. 3. uit den Lofzang van Simeon alleen vs. 2 overgenomen.
Tot een voorbeeld van gemaakte veranderingen, strekke Pl. II. 7. dat hier aldus luidt:
Welzalig zij, die, naar Gods reine leer,
In zijnen Zoon hun hoogst geluk beschouwen,
Die Hem met liefd' erkennen voor hunn' Heer!
Welzalig zij, die vast op Hem betrouwen.