De Eerste Brief van Paulus aan die van Corinthen. Door W.E. de Perponcher. Te Utrecht, bij J. van Schoonhoven. 1806. Voor Reekening van den Autheur gedrukt. In gr. 8vo. 234 Bl.
Ook aan dezen Brief heeft de onvermoeide perponcher veel arbeid besteed, en zich daarbij van eenige zeer geschikte hulpmiddelen bediend, waardoor zijne nieuwe vertaling en bijgevoegde uitlegkundige aanmerkingen, in de daad, vrij wat licht over dit Apostolisch geschrift verspreiden.
Vooraf gaat weder eene algemeene opgave van den inhoud, en het geheele beloop van des Apostels redeneringen, waarmede niet minder dan 34 bladzijden gevuld worden. De vertaling ontvangt daaruit hier en daar opheldering; veel meer echter uit de onderaan gevoegde aanmerkingen. Eenigen derzelven, b.v. over H. III: 15, zijn ons bij uitnemendheid bevallen. Bij anderen is het algemeen taalgebruik, en de eigene schrijfwijze van Paulus, niet genoeg in acht genomen. Somtijds veroorlooft zich de kundige Schrijver eene uitweiding over het leerstellige, die 's mans wel vrije, doch niettemin bedachtzaame manier van denken op nieuw aan den dag legt. Inzonderheid lezenswaardig zijn zijne aanmerkingen, over den eigenlijken aart der Godlijke ingeving, waarmede de Heilige Schrijvers geöordeeld worden begunstigd te zijn, die hij noch onmiddelijk, noch woordelijk wil verstaan hebben, bl. 4, 48. en over het waare doel der instelling van het eerwaardige gedachtenismaal, door Jesus, alleen tot aandenken aan zijnen dood, verördend, bl. 102.
Ondertusschen heeft ook deze Bijbelvertaling dezelfde gebreken, als dergelijke voorgaanden, die evenwel het veelvuldig nut, dat door dezen verdienstelijken arbeid, tot verlichting van min kundigen, kan gesticht worden, geenzins wegnemen.