sprekelijkste bewijzen heeft ondervonden, veel meer zelfs dan te voren; en dat bij eene Gemeente, die uit niet minder dan 500 Belijdenis-leden, en in 't geheel uit 2100 zielen bestaat. Arij boer in tegendeel komt hier, zoo als men hem reeds uit het eigen verhaal van zijnen Verdediger, en daarbij gevoegde stukken, die voor hem gediend hebben, had leeren kennen, in een ongunstig licht voor, als een woelzieke ijveraar en doldriftige kettermaker, die niets heeft onbeproefd gelaten, om, ware het mogelijk, zijnen Leeraar den voet te ligten, en de Gemeente tegen hem in 't harnas te jagen; - zijn vriend nicolaas boere, met wiens niets beduidend getuigenis, bij de Classis en Synode met recht verworpen, hoola van nooten zoo hoog loopt, als een dubbelhartig man, die zijn plicht schandelijk vergeten, en zich door arij boer heeft laten vervoeren, om ook al mede, hoewel geheel ontijdig en ter kwader trouwe, tegen zijnen Leeraar in 't strijdperk te komen; - j. goetzee, Lidmaat der hervormde Gemeente te Gorinchem, (die van een vertrouwelijk, en, zoo als wij liefst denken willen, kwalijk verstaan gesprek, misbruik gemaakt heeft, om arij boer in zijne aanklacht te ondersteunen,) als iemand, die, omdat zijne steile begrippen over den geheelen omvang der Christelijke Leer en bijzondere gevoelens over zekere betwiste punten,
door geen hoe ook genaamd Kerkelijk gezag bepaald, met de meer redelijke denkwijze van Do. barends niet instemmen, ook al aan de alarmklok heeft willen trekken; en eveneens de overige medestanders van 't hoofd der zamengezworenen, als met allen grond afgewezen. Niets van eenig belang, in de Memorie van den Advocaat tegen de handelwijze van den Predikant te berde gebragt, is onbeäntwoord gebleven, alles met ronde taal mannelijk verantwoord, en de onchristelijke oogmerken van alle zijne beschuldigers in 't volle licht geplaatst.
Deze verantwoording is voor geen meer bijzonder uittrekzel geschikt. Men moet ze maar lezen, om overtuigd te worden, dat de Heer hoola van nooten de zaak van arij boer door zijn geschrijf, wel verre van die schoon te maken, als geheel afzichtelijk heeft doen aan 't licht komen. En nu verdient dan de Memorie van den Rechtsgeleerden met de Noodige Aanmerkingen van Do. barends, als eene Bijdrage tot de Kerkelijke