De Physische Kindervriend, of nieuwe Physische Gesprekken voor de Jeugd. Door Johann Heinrich Moritz Poppe, Vorstlijk-Schwarzburgsche Sondershaus-Raad, enz. Uit het Hoogduitsch. Met eene Plaat. Iste Stukje. Te Gorinchem, bij J. van der Wal. 1805. In 8vo. 192 Bl.
Al wederom iets voor de Jeugd! Waarlijk, Mijnheeren Autheurs of Vertaalers! wanneer wij op den stapel van boekskens het oog slaan, alleen opzettelijk ten dienste van jonge lieden vervaardigd, dan komt tevens wel eens op onzen geest indringen het denkbeeld van eene tafel, met allerlei spijzen overlaaden, en voor hongerige maagen opgedischt. Gevaarlijk is die stand, om, door iets of wat te proeven uit elken schotel, een kwalijk te vereenigen mengelmoes na binnen te zenden, en, door de daaruit ontstaane indigestie, wel opgeblaazenheid, maar geene waare versterking in het lichaam te veroorzaaken. Dit zou ook voor het verstand der Jeugd het gevolg kunnen worden, indien dezelve, zonder overleg, op de rije af, alles las, wat haar wordt aangeboden. Gelukkig, indien zij, even als bij het gebruik van spijze, van Ouderen, ook hier den waarschuwenden raad van kundige Onderwijzers volge. In de onderstelling dat het haar aan zulk eenen raad niet zal mangelen, verblijden wij ons telkens, wanneer eenig geschrift, voor de verlichting van het jeugdig verstand of hart berekend, in 't licht verschijnt. Onder deeze klasse mogen wij het Werkje, 't welk thans voor ons ligt, wel rangschikken. Gesprekken noemt poppe zijn geschrift; Voorleezingen zou een voegzaamer titel zijn, naardien de leerlingen, frederik en juliana, zelden hunnen Leermeester vraagen doen. Volgens de Voorrede heeft de Heer poppe ten oogmerke, de geheele Natuurkunde, immers die onderwerpen uit dezelve te bearbeiden, die voor de Jeugd belangrijkst, en voor haar begrip meest berekend zijn. Naa eenige voorbereidende aanmerkingen, loopende over de nuttigheden der Natuurkunde, en de wijze van haare behandeling, worden de algemeene Eigenschappen der Lichaamen in dit Stukje aangeweezen en overwogen. De wijze van voordragt is, doorgaans, tamelijk duidelijk, en boven de vatbaarheden van kinderen van
twaalf en veertien jaaren, die eene goede opvoeding genieten, niet verheven; waarvan, egter, veelligt, het Hoofdstuk, 't welk over de eenvoudige en zamengestelde Beweeging handelt, moet worden uitgezonderd; het klimt te hoog voor een jongen en meisje van gemelden ouderdom. Dit zij evenwel alleen aangemerkt, wat den vorm, niet wat de zaak zelve aangaat. - Wij hoopen, dat de Uitgeever, in genoegzaamen aftrek, ter voortzettinge van het Werk, aanmoediging zal vinden.