hetgeen zij gaarne hoort. Gaarne hoort? ja nu, voor zo ver men in geschiedenissen en anecdoten uit den Almanach smaak vindt; het grootste deel dezer verhalen althands zal bij geene andere Lezers eenigen bijval vinden.
Eerst hebben wij het bericht van ch. thodäus, Predikant, wegens 't geen hem en de zijnen bij deverovering van Maagdenburg bejegend is Ao. 1631: dit verhaal is nog al belangrijk, en het slegtste niet. Dan volgt een Volkssprookje, Ridder huldmann van behringen, of de Spelonk van den Zobtenberg, van bl. 23-87: het lasste verhaal van betovering en onttovering, dat ons immer ter hand kwam, van onze jeugd af aan; eene ellendige beuzeling. Voorts de Silesische Zondvloed Ao. 1703: zeer gewone Courant- en Almanachs-berichten van ongelukken door eenen watersnood, en dikwijls onverwachte reddingen. Schipbreuk van johann wilhelm van Saxen Gotha Ao. 1702: een weinig meer ongewoon, en alzo meer onderhoudend. Aanstelling van den h. joseph tot Opper- Land- en Burgtgraaf, in Beijeren, 1664: een staaltje van het domste bijgeloof, waarbij eene Leerreden gevoegd is van zekeren pater barrevoeter, waarbij in zotheid niets te vergelijken is, waarin men van het gepresenteerd geweer desgeloofs, het lossen van musketten des lofgezangs, het losbranden van de met liefdevuur geladene kanonnen des harten, en wat meer van dien aard is, lezen kan; al hetwelk men liever niet zou gelezen hebben, daar hetgeen in het geheugen blijft zeker ergerlijk wordt en hindert bij ernstige godsdienstige overdenkingen; een stuk, zo al niet geheel verdicht, (en dit zou onvergeeflijk zijn) voorzeker dan toch vrij wat opgesierd en verhanseld, 't geen de stijl genoegzaam uitwijst, en dat volstrekt geen nut kan doen. Burgerhaat en Burgermin, en het plegtig Tweegevecht Ao. 1522: geschiedkundige stukjes, die men lezen kan.
Het kwellend Spook, enz.: zenuwtoevallen, die ophielden, toen 'er een knap officier, en daarna een kindje kwam. De verkiezing der Vorsten in Kärnthen. Gruweldaad der Kruisheeren, te Dantzig, Ao. 1411. Monmouth. Trotsheid en straf van erasmus lueger. Cunz van der rosen. Dapperheid en wonderbare redding van den Holl. Kapitein ch. vlies: - vrij goed, maar juist voor eenen Almanach. In één woord, de avontuurlijke vruchten van des Schrijvers eigene fantasij, waarvan hij ook in het Voorbericht gewaagt, konden wij hier niet gemaklijk onderscheiden; niets beviel ons zonderling; en wij zijn in het onzekere, of de Heer von kotzebue zijn crediet bij het Publiek, dan of men den naam van den Heer von kotzebue heeft misbruikt.