Pamela, Clarissa en Grandison verkort. Verbeterde Uitgave. Te Amsterdam, bij J. ten Brink, Gerritsz. 1805. In 8vo. 467 Bl.
Het romanlezend Publiek zou zich waarlijk schamen onbekend te zijn met de werken, hier op den titel vermeld; het beroep op dezelve is toch voor deze lecture nog altijd de gewone, en ook de beste, verdediging: maar, daar 'er zo verbazend veel gearbeid wordt in dat vak, en men zo aanhoudend geoccupeerd is met aardige werkjes van minder belang, die men toch alle lezen wil, en daarenboven nog een aantal soortgelijke belangrijke verrichtingen en uitspanningen dagelijks op iemand wachten; zo is het toch te veel gevergd, dat men zo vele en zo zware Boekdelen ook nog lezen zal! Het Pad der Deugd als lieflijk en vreedzaam, schetsgewijze, vertoond in de Geschiedenissen van pamela, clarissa en grandison, waarvan ons de Heer blussé, te Dordrecht, eene Vertaling bezorgde, deed, zints veertig jaren, daarom ook menigeenen zeer uitnemende diensten; en menig lief hartje heeft het, als het zo eens in de reden te pas komt, over pamela, clarissa en grandison, verbazend druk, ofschoon het die zware Boekdelen nimmer heeft ingezien! Het werkje, dat thans voor ons ligt, maakt dit nog gemaklijker: want nu koopt men voorzeker het gemelde Pad der Deugd enz. in het vervolg voor een spotprijs; het is toch, voor dien tijd, juist niet geheel slecht geschreven, en blijft, tot het gezegde einde, nog altijd bruikbaar. Het boekje, dat wij thans aankondigen, is echter van meerder waarde in ons oog: niet alleen verdient het verreweg de voorkeur, wat de inkleding, stijl en taal betreft; maar, indien wij ons niet bedriegen, ontvangen wij het van eenen te recht zeer geachten Man, althans (dit blijkt, wanneer men het ook maar alleen doorbladerd heeft) van eene zeer bekwame hand, wien het schrijven voor verstand en hart zeer wel is toevertrouwd;
waarom wij vertrouwen, dat het niet zo zeer der nieuwsgierigheid zal voldoen, als veeleer het verlangen opwekken naar de, in ieder opzicht, in dit vak, voortreflijke meesterstukken van richardson; en, door den smaak in deze onnavolgbare geschristen, vervalt voorzeker de wansmaak, - de smaak voor een groot gedeelte onzer tegenwoordige Romans, die waarlijk een smaak voor het laffe en beuzelachtige, indien maar niet voor het wezenlijk ondeugende, is. - Hanc igitur spem D.O.M. ratam faciat!
In No. XIV des voorigen Deels, Meng. bl. 595. reg. 22 en 23. staat tremendi en terram, lees timendi en terris.