gelegenheid om zyne oogen met eenige naauwkeurigheid te beschouwen; maar my dunkt, dat de Iris wit, en ik ben verzekerd, dat de oogappel donkerrood was. Iets, wat naar ontleeding geleek, te onderstaan, zou geweld aangedaan hebben aan het gevoel van de onkundige Boeren, onder welken hy leefde, wier ongeveinsde rouwe, over het verlies van deezen Persoon, het hardste hart daarin zou hebben doen deelen.
Het gemis van de rete mucosum, geloof ik, wordt algemeen gehouden voor de naaste of onmiddelyke oorzaak van de kleur des hairs, des vels en der oogen van de Albinos: naardemaal zy, egter, zeker geen onderscheide soort vormen, maar verwekt worden door Neger en Europeesche Ouderen beide, blyft 'er over te bepaalen, wat oorzaak geweest hebbe van de vernietiging dier zwartagtige mucus, welke het inwendige van het oog bedekt, wanneer de vrugt omtrent vyf weeken oud en in een gezonden staat is. Het is hoogstwenschlyk, dat de verder verwyderde of eerste oorzaak van dit vreemd verschynzel in de Natuure klaar en ten vollen ontdekt moge worden. Eer dit gedaan is, moge men gissen, maar zal geene voldoening schenken aan den weetgraagen onderzoeker.
De Heer buzzi vermeldt van eene Vrouw te Milaan, die Moeder was van zeven Zoonen: drie deezer waren Albinos; en, 't geen opmerkenswaardig is, hy vermeldt, dat de Moeder, geduurende haare zwangerheid van deeze drie, een onmaatigen trek tot melk hadt. Ik heb niet kunnen te weeten komen, of de Moeder van lampert eenige ongewoone verschynzels bespeurde, toen zy van hem zwanger ging.
De oogen van de Albinos zyn geheel ontbloot van de Uvea, en hebben het hoornagtig bekleedzel zeer dun, en geverfd met een bleek rood door miskleurig bloed. De oogen van lampert hadden eene steeds schuddende beweeging, welke ik geloof dat geheel onvrywilig was.
Ik denk reeds genoeg gezegd te hebben wegens dit vreemd verschynzel in onzen oord, en zal voor tegenwoordig daarover niet breeder uitweiden; dan, onderneemt geen bekwaamer pen, door dit myn schryven opgewekt, deeze taak, zal ik misschien daarover nader schryven. Ik blyf, enz.
Hereford, May 20. 1803.
j.p. ellidge.