Anecdote van Lord Chesterfield.
Schoon de Brieven van Lord chesterfield aan zynen Zoon gerekend worden veeleer ten doorslaanden blyke van de sneedigheid zyns Vernufts te strekken, dan de zuiverheid zyns Harten te bewyzen, was deeze Edelman egter niet verstooken van die menschlievende aandoeningen, welke een goed hart aanduiden. Ten blyke diene het volgende niet onaartige Geval.
Lord chesterfield, toevallig onderrigt zynde, dat de Weduwe van zynen Jaager in eenen staat van de verregaandste behoefte vervallen was, zondt haar een Haas, en daarin eene Beurs met vyftig Ponden Sterlings. Dit geschenk ging vergezeld van het volgend Briefje. - ‘Lord chesterfield smert het zeer, de verlegenheid van Mrs. dawson te verstaan, en verzoekt haar, deeze Haas aan te neemen: maar dewyl hy begrypt, dat de smaak van deeze soort van Wild veel van het Lardeeren afhangt, heeft hy, te deezer gelegenheid, den post van Kok zelve wel willen waarneemen.’