Iets, over het beleezen of betoveren der slangen in het Oosten.
(Uit de grandpré's Voyage dans l'Inde & au Bengale.)
Onder de kruipende Dieren in Indie is eene soort van Slangen, onderscheiden door de benaaming van Huis-Slang, die in geenen deele gevaarlyk of boosaartig is. Deeze Slangen-soort kruipt menigwerf in de wiegen of slaapsteden der Kinderen, en doet nimmer eenig nadeel. Daar 'er nogthans andere soorten zyn, en den mensch een schrik bevangt op de ontdekking van een Slang, en de onzekerheid of dezelve ook van de boosaartige en beschadigende soort mogt weezen, tragt men dit Dier te verdelgen; doch, wanneer men hierin niet slaagt, is het de vaste gewoonte, om een Slangen - beleezer te doen komen.
Deeze Beleezer of Betoveraar der Slangen komt, behangen met manden; in zommige deezer is een groot aantal Slangen van onderscheidene soort opgeslooten. Des Beleezers beenen zyn omvangen door ringen, die los om zyne enkels hangen, en zo geschikt zyn, dat zy, op elken stap, dien de Beleezer doet, een geluid maaken, niet ongelyk aan dat van een ketel met hamers geslaagen. Hy is, daarenboven, voorzien van een speeltuig, 't welk veel heeft van een doedelzak; dit werktuig, onder den arm gedrukt, geeft een geluid, 't welk zo sterk is, dat het de Slang als bedwelmt, en dezelve eene onweerstaanbaare neiging krygt om te slaapen.
Naa de Ouverture van zyne Muzyk dus gespeeld te hebben, worden de Slangen, die in de mandjes zyn, ontdekt, en de Beleezer vaart voort met digt by dezelven te speelen, en stampt nu en dan met den voet, om des te schielyker hunne bedwelming te bewerken. Men ziet, dat de oogen van de Slang kwynender staan; en in korten tyd heeft zy, door het opheffen van de kronkelingen haars lichaams, geheel het voorkomen van op de aangeheeven muzyk te dansen.
De Slang, die hy wil uit doen komen, wordt getrokken door den klank des speeltuigs, en mist niet haare verkoozene legplaats te verlaaten. Het gezigt der andere Slangen beslist haar gedrag; zy haast zich om onder dien hoop te komen, en welhaast deelt zy in de algemeen heerschende bedwelming. De Beleezer zet alsdan een mande over den kop van den nieuwen aankomeling, en het getal zyner Slangen wordt door de beleezene vermeerderd.