| |
Aanmerkingen, over de onheilen, welks ontstaan uit het verwaarloozen van de vrouwlyke pligten, en de elenden, voortspruitende uit eene losbandige leevenswyze.
(Naar het Engelsch.)
‘Schoon de groote zaaken, in deeze Aanmerkingen aangeduid en overwoogen, niet in die volle grootte by ons als by de Engelschen plaats vinden, zal egter niemand lochenen, dat de aannaderingen daar toe in ons Vaderland veelvuldig en sterk genoeg zyn, om de onder het oog brenging daar van, ten vollen, te wettigen; en is zulks de grond, dat wy dezelve onzen Landgenooten te leezen geeven. Mogten zy by zommigen bedagtzaamheid, by anderen terugkeering van den kwaaden weg bewerken!’
| |
| |
‘Misschien,’ zegt een beroemd Schryver, Dr. hunter, ‘kreegen de belangen van waare Vriendschap, fraaije verkeering, verstandlyke bevordering, gezellig vermaak, en huislyk geluk, nimmer een zwaarder slag, dan toen de Mode dat willekeurig en algemeen Besluit uitvaardigde, dat elk een met elk een bekend moest weezen, gepaard met het daar uit volgend, doch zeer heilloos gevolg, dat ieder elken avond of nagt overal mogt gaan.’
In eene Eeuw, waar in Ongebondenheid met onbegrensden invloed heerscht, en waar in het Vrouwlyk Character eene geheele verandering schynt ondergaan te hebben, kan het niet te onpasse gekeurd worden, eenige weinige van de heillooze gevolgen aan te wyzen, welke onvermydbaar moeten voortvloeijen uit die heerschende Krankhoofdigheid deezer dagen. - Ik zal, ondertusschen, my niet zetten, om, in een knorrige luim, alle vermaakneemingen en uitspanningen te wraaken; of willen, dat de leevendigheid der Jeugd met de ernsthaftigheid der hooge Jaaren te voorschyn treede. Myn toeleg is, de onvoeglykheid aan te wyzen, van Vermaak tot de groote bezigheid des leevens te maaken, in stede van 't zelve enkel als eene uitspanning van weezenlyke beroepsbezigheden en huislyke pligten te gebruiken.
De hedendaagsche Moeder of Bezorgster van een Huisgezin houdt het oog niet langer op deszelfs beheer, om elke der Dienstboden tot derzelver werk te verpligten; want die uuren, welke voorheen bestemd waren tot deeze zo heilzaame als noodige bezigheden, worden slaapende doorgebragt; en een voormiddag van slaapende onverschilligheid is het eigenaartig gevolg van een nagt, aan Kaartspel en andere uitspanningen toegewyd. De berekening zelfs van de onkosten der Huishoudinge wordt overgelaaten aan eene Huishoudster, en de rekeningen betaald, enkel op het gezigt van derzelver beloop: in deezer voege wordt de eigendom des Huisvaders geplaatst in de handen zyner Dienstboden, die, indien zy, ten grooten gelukke, niet dooreerlyk zyn, in de geweldigste verzoeking komen, om ontrouw op ontrouw te stapelen. Volslaage verderf van het Huishouden is veeltyds het gevolg van dit zo verkeerd als roekloos geplaatst vertrouwen: en de zodanigen, die, voor een zeer korten tyd, met al den glans van grootheid geschitterd hebben, verdwynen even als een vuurige verheveling aan het uitspanzel, die, hadden zy slegts eenigermaate acht geslaagen op hunne Huishoudelyke schikkingen, met geene mogelykheid, zo bedagtloos, de schulden zouden vermeerderd hebben. Kon het kwaad zich alleen bepaalen by de schuldigen aan deeze hooggaande onvoorzigtig- | |
| |
heid, de zaak zou nog beschreienswaardig weezen; doch de geheel onschuldigen lyden ongelukkig om de misdryven der schuldigen; en de Kinderen worden de slagtoffers der over 't hoofd gehaalde behoefte.
Bedagtlooze Voedsterlingen van vermaak en ongebondenheid, hoe kunt gy het denkbeeld verdraagen, van elenden te laaden op Schepzels, waaraan gy het bestaan gegeeven hebt? Geeft u de Dierlyke Schepping geen voorbeeld van moederlyke teder- en bezorgdheid? En egter kunt gy gerustlyk de pligten van Moeder en Egtgenoote verwaarloozen?! - ‘Geen Man,’ merkt Dr. munter op, ‘maakte immer opgang in een verbeterden staat in dit leeven, zo hy niet gezegend ware met de medewerking zyner Vrouwe; hoe zuinig, hoe geregeld, hoe vlytig hy ook moge weezen, alles gaat ten gronde, indien zy eene Spilpenning is. Met welk een moed, met welk eene voortzettende volharding, zal hy, in het waarneemen zyns beroeps, werkzaam weezen, als hy weet, dat 'er op zyne winsten eene goede beschikking gemaakt worde! Met welk een vertrouwen zal hy na zyne landhoeve, na zyn pakhuis gaan! reizen te land of ter zee doen, en alle gevaaren het hoofd bieden, als hy verzekerd is, dat hy zyne kragt niet te vergeefs aanwendt; dat de gunstryke Hemel alle andere zegeningen bekroond heeft met die van eene vlytige, spaarzaame en getrouwe Egtgenoote!’
Indien de zugt tot losbandige verteering, en de onheilen daar aan verknogt, zich alleen bepaalden tot Menschen, die in de hoogste leevenskringen zweeven, zulks zou zo verwoestend niet weezen voor de belangen der Maatschappye, en zou 'er minder reden weezen om die jammerlyke gevolgen zo zeer te betreuren. Maar de aanzienlykste Mevrouwen zyn naauwlyks iets minder onoplettend op de Vrouwlyke pligten, dan de Vrouw van den Man, die zyn Huisgezin onderhoudt en schraagt door een eerlyk handelbedryf. Zy zyn verslaafd in een steeds rondloopenden kring van bezoeken, van gezelschap, en even onoplettend op de pligten, die Huisgezin en Kinderen afvorderen.
Hoe belangryk eene bezigheid voor eene tederhartige Moeder is het aankweeken van het kinderlyk verstand en het regelen van het kinderlyk hart, om 'er vroegtydig die zaaden van deugd in te planten, welke de tyd de heilrykste en hoogstwenschlyke vrugten zal doen draagen? ‘De opvoeding, van de zyde der Moeder,’ merkt de meermaals genoemde Schryver op, ‘begint van het oogenblik, dat zy het vooruitzigt heeft van dien naam te zullen draagen; en de zorg voor haare eigene gezondheid mag aangemerkt worden als een pligt, verschuldigd aan het Kind, 't welk zy
| |
| |
verwagt ter wereld te zullen brengen.’ - De gevoelens van dien beminnenswaardigen Man hebben slegts weinig indruks gemaakt op de Vrouwen naar de Mode heden ten dage; anderzins zouden die bezoeken, tot diep in den nagt gerekt, niet zo veelvuldig bygewoond worden, door eene menigte jonggetrouwde Vrouwen, die zich in gemelden toestand bevinden. Gezondheid wordt, in deeze gezelschappen, opgeofferd aan de Mode; en gezellige vriendlyke verkeering is ook een slagtoffer van dwaasheid en smaak. - Zelfs de tedere pligten van eene Moeder worden overgedraagen aan Huurlingen; en de Moedermelk der algoede Natuur mag het hulploos wicht niet gebeuren. De Kinderkamer wordt gekoozen in zodanig een gedeelte van het huis, dat de Moeder niet kan gestoord worden door het gekryt van haar Kind; en een bezoek van weinige minuuten in dat verblyf is alles, 't geen uitgespaard kan worden van de gewaande gewigtiger bezigheden. Tot welk eene hoogte van dwaasheid, ja van onmenschlykheid, kan de Mode haare Dienaaressen opvoeren, wanneer deeze haar door alle slagboomen kan doen heen breeken; wanneer deeze eene Moeder de pligten doet vergeeten, welke zy aan haar kroost verschuldigd is, en Vermaak haar dierbaarder doet worden dan haar Kind!
Dan, eens toegestaan, dat een Kind, geduurende den staat der Kindschheid, nimmer het mangel aan moederlyke zorge gevoele; dat het zorgvuldig opgepast worde, door die, aan welke men het toevertrouwde; wie zal dan nog, gelyk eene zorgvuldige Moeder, letten op de eerste ontluiking des verstands? wie, gelyk zy, de schranderheid hebben, om den heerschenden smaak van 't zelve te ontdekken? wie zal het schroomagtig Kind aanmoedigen? wie het stoutmoedig Kind bedwingen? of wie zal tragten uit te vorschen, of de misslagen van het Kind voortkomen uit natuurlyk onvermogen, of uit kwaadwilligheid? Hoe kan de Moeder, die nimmer de Vriendin, en in zeker voege de Speelmakker van haare Kinderen geweest is, immer eenig denkbeeld vormen van derzelver weezenlyke neigingen? Of hoe kan zy hun vertrouwen en genegenheid inboezemen, wanneer zy, in stede van tederheid voor haar Persoon te voelen, enkel geleerd worden haar met ontzag aan te zien? Dit is een der diep betreurenswaardige voorbeelden van Losbandigheid, welke de Moeder met de daad doet daalen beneden het peil der Beesten: want, in de Dierlyke Schepping, is de zugt, om de Jongen met de uiterste zorgvuldigheid gade te slaan, allersterkst. Hoe menig een voorbeeld zou men kunnen bybrengen uit de schriften van de waarneemers der Dierlyke Wereld, om deeze zugt tot de Jongen te staaven! En kun- | |
| |
nen Menschlyke Weezens het denkbeeld verdraagen, van hier in overtroffen te worden door een Hond, of zelfs een Groenlandsche Beerinne?
Maar, zo als ik boven heb aangemerkt, deeze onoplettendheid op huislyke pligten is niet bepaald tot lieden in de hoogste leevensstanden; want de Dogter van een eenigzins welvaarend Koopman moet tegenwoordig de opvoeding erlangen in een Kostschool, in stede van onder het Moederlyk oog op te groeijen. Hoe veele deezer Kweekschoolen zyn enkel geschikt om ondeugd voort te planten, en mogen aangemerkt worden als de gronden, waar in het zaad der verleiding kiemt en wortelt, - waar het hart, in stede van ten goede gevormd, bevlekt wordt! Ik strek deeze berispende aanmerking niet uit tot alle dusdanige Schoolen; ik ken 'er verscheidene, op welke zulks geheel niet past, en voor welke ik hoogagting heb; ik bedoel alleen de zodanige van eene mindere soort, waar de onkunde der Onderwysters geen hoop geeft van verstandige kweekelingen te zullen voortbrengen.
De ongelukkige Kinderen verkrygen, in de door my gewraakte Schoolen, een deel begaafdheden; en het mist niet, dat zy door trotschheid worden opgeblaazen; en, wat erger is, zy leeren niet zelden haare Ouders veragten, om dat zy de hoedanigheden niet bezitten, die misschien eerlang een bron van elenden voor haar zelven worden. Zy zyn te veel Juffer, om tot de gemeene leevensbezigheden af te daalen; zy versmaaden het denkbeeld van in het huishouden dienst te doen. De Boeken, haar in handen gegeeven, voltooijen het bederf; door derzelver leezing gelooven zy aan de beloften aan een misleidenden Minnaar!
Het is my ondoenlyk, in deeze Proeve, de veelvuldige voorbeelden by te brengen van de ongelukkige gevolgen deezer Vrouwlyke Opvoedinge. Dan misschien zet ik my, by eene nadere gelegenheid, om de Geschiedenis op te geeven van verscheide Vrouwen, zo in hoogen als middelbaaren Leevensstand, in de bewustheid, dat Voorbeelden sterker werken dan Lessen; vol van de hoope, dat eenige althans zullen overgehaald worden om beter aan de Pligten des Leevens te voldoen.
|
|