Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803
(1803)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijNadere byzonderheden, betreffende den briev van doktor Burnet aan koning KarelGa naar voetnoot(*).Aan de Schryvers der Vaderlandsche Letteroefeningen.
Myne Heeren!
De Vertaler van den Briev van Dr. burnet verdient de dankzegging van elken Vriend van den Godsdienst. Zyne taal is overredend, om aanzienlyken en slegten de rampzalige gevolgen van het leven in de zonde onder het oog te brengen. Voor my, en myne medebroeders in het werk der heilige bediening, is dat voorbeeld van belang, om ons te leeren, hoe wy, in het bestryden van het zedenbederv in onze dagen, bedagtzaamheid met heiligen yver paaren moeten. Die de wereld kent, kan niet nalaten te wenschen, dat de Grooten der Aarde minder de taal der vleiery, en meer het belangryk voorstel der zuivere waarheid hooren mogten. Marmontel, in zynen Belisarius, mogt met rede schryven: ‘De Vorsten zyn te beklagen, om dat zy geen waare Vrienden hebben, die genoeg verlicht, en genoeg vrymoedig zyn, om hen op den weg van hunnen pligt te leiden.’ Intusschen, de achtenswaardige Vertaler betuigt: ‘Ik heb geen berigt gevonden, aangaande de uitwerking, welke die | |
[pagina 407]
| |
Briev op Koning karel heeft gehad, en hoe dit schryven van burnet door den Vorst is opgenomen geworden.’ - Ik ben in staat om daar van aan den Vertaler een berigt te geven, 't welk mogelyk voor zommigen van Uwe Lezers niet onaangenaam zal zyn. Het is bekend, de Bisschop (wiens naam ook in ons Vaderland met lof genoemd wordt, vooral om zyne uitlegging van de 39 Artikelen der Engelsche Kerk) heeft ook de Geschiedenissen van zynen tyd geschreven; dat Werk is ook in onze taal overgezet; ik heb daarvan eene Uitgave in agt Deelen in kleen 8vo. Het agtste Deel bevat het Leven van den Schryver; en wy vinden daar, bl. 259, zynen Briev aan den Koning. In het derde Deel, bl. 549, geevt burnet het volgende berigt der uitwerking van zyn schryven: ‘De Lord arran waakte dien nacht by den Koning. Hy kwam den volgenden dag by my, en zeide, dat hy verzekerd was, dat de Koning een wydlopigen Briev van my had ontvangen; want dat hy hem met de kaars gelicht had, terwyl hy ze las: dat hy van verre onder 't lichten gezien had, dat het myn schrivt was: dat de Konning denzelven tweemaal had overgelezen, en toen in het vuur geworpen: dat kort daarna de Lord arran gelegenheid gevonden had, om my te noemen; en dat de Koning met veel verbitterdheid van my gesproken had: zoo dat hy daar uit begreep, dat hy over mynen Briev gantsch niet voldaan was.’ - Intusschen, wy lezen niet, dat de Koning den Bisschop dadelyke bewyzen van zyne gevoeligheid gegeven heeft; in tegendeel, hy wierd niet lang daar na door Lord halifax by den Koning ingeleid; in dat bezoek zeide de Vorst tot hem, ‘dat hy van hem niet langer dienst verzogt, dan zoo lang hy volhardde aan de Kerk en aan de Wetten getrouw te zyn.’ Ik ben niet ongenegen, om die gunstige ontmoeting te beschouwen als een bewys der Godlyke goedkeuring, over het bestaan van eenen Man, die in treffende gevallen bewyzen gav van zyne heerschende zucht, om liever de grootste voordelen van dit leven te laten varen, dan ontrouw te zyn aan het licht van zyn Geweten. De twee volgende Gevallen verdienen onze opmerking. - karel, die over den staat der Natie dikwils met burnet raadpleegde, bood hem het Bisdom van Chicester aan, indien hy volkomen in zyne belangen wilde overgaan; maar hy antwoordde met eene edele vrymoedigheid, ‘dat hy niet wist wat die uitdrukking zeggen wilde, en dat hy niet graag zien zou, dat iemand, door het geen hy zeggen mogt, misleid wierdt. Hy wist wat eeden hy in die gelegenheid moest afleggen; deze wilde hy heilig nakomen, en hy verzogt van alle verdere verbintenissen ontslagen te zyn, of van | |
[pagina 408]
| |
algemeene belovten, die verscheide uitleggingen onderworpen zyn.’ - Op eenen anderen tyd wierd hem eene Prebende, die jaarlyks drie honderd pond Sterlings opbragt, aangeboden, op voorwaarde dat hy beloven zou te Londen te blyven; maar hy wees dit van de hand, zeggende, ‘dat, ingeval hem een zorg van zielen aanbetrouwd wierd, hy zich zodanig verpligt zou achten op de plaats te woonen, dat 'er hem geen andere overwegingen van zouden kunnen verschoonen.’ Om die reden wierd het Beneficie aan een ander gegeven. - Welk een voorbeeld van navolging! Voor het overige is het mogelyk niet onbekend, dat wylen d. alberthoma, Leeraar der Hervormden te Groningen, in zynen Elia, bl. 438, van burnet's Briev gebruik gemaakt, en 'er zyne aanmerkingen heeft bygevoegd. Indien UE. de goedheid hebben, om dit berigt in Uw Mengelwerk te plaatsen, zal het aangenaam zyn aan hem, die met achting en heilwensch zich noemt
UE. Dv. Dienaar
p.j. de fremery. den Bosch, d. 19 Juny 1803. |
|