Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803
(1803)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijVerslag van de overdaad en weelde der nieuwlings ryk gewordenen te Parys.(Ontleend uit A Rough Sketch of Modern Paris, &c. Written during the last two Months of 1801 and the first five of 1802. Uitgegeeven in 1803.)
Niets kan de pragt overtreffen, ten toon gespreid door de nieuwlings ryk gewordenen in Parys. Het Huiscieraad, de Kleeding hunner Vrouwen, hun Tafel, hunne Buitengoederen, met één woord, alle de agrementen des Leevens zyn in den hoogsten styl van Oostersche grootheid. Om u eenig denkbeeld te geeven van hunne leevenswyze, zal ik u eene beschryving doen van het Huis van Madame * * *, 't geen ik gisteren gelegenheid had, in haar afweezen, te bezigtigen. Dit Huis is in een straat, die van de Boulevart afkomt; men komt 'er in door een schoon en vry groot voorplein. Het Huis ziet van agteren op een schoonen tuin, in den Engelschen smaak aangelegd. Het was voorheen de woonplaats van een Staatsdienaar. De Kleed- en Eetzaal waren nog niet volkomen af. Het Huiscieraad was daartoe verordend. De vertrekken zelve kwamen my niet byzonder schoon voor; maar de Slaap- en Bad-kamer waren voltooid, en overtroffen in weelde, wat ik ooit zag, of immer in myne verbeelding opkwam. - Het verhemelzel des Ledikants was van het fynste neteldoek; de gordynen waren van rood satyn, het Ledikant zelve van schoon Mahognyhout; de pylaaren bestonden uit vergulde antique beelden. De opstappen na deeze rustplaats waren belegd met rood fluweel, aan wederzyden vercierd met kunstbloemen. Aan de eene zyde stondt, op een voetstuk, een marmeren Standbeeld der Stilzwygenheid, met dit opschrift:
tueatur somnos et amores conscia lectiGa naar voetnoot(*).
Aan den anderen kant was een vry groot verguld Standbeeld, | |
[pagina 406]
| |
geschikt om een kaars of lamp te houden. Een fraaije Spiegel vulde de eene zyde van het Ledikant; de andere, tot wederkaatzing, was boven geplaatst; nog hing 'er een Spiegel aan de overzyde van het vertrek. De wanden waren van Mahognyhout, met vergulde randen, en hier en daar met spiegelglas. Alles was in den heerlyksten smaak. De Badkamer daar naast was even weelderig. Het Bad, niet gebruikt wordende, vormt een Sofa, overdekt met laken, met goud geboord: het geheel van dit Kabinetje is zo fraai als het Slaapvertrek. Daar naast is de Slaapkamer van Monsieur, eenvoudig, net, en niet opgepronkt; aan de andere zyde is een klein kamertje, met groene zyde behangen, waarin Madame zit, als zy zich met Tekenen vermaakt. - Ik ontdekte, dat de Minnaryen, welke de Stilzwygenheid bewaakt, en waarvan deeze Paphiaansche koets getuige is, die van January en Mey zyn: want de Vrouw (een der eerste Schoonheden van Parys) is twintig jaaren, en haar Egtgenoot telt iets minder dan zestig. |
|