de eenige, die hy naast of boven gabrielle d'estrées zette, die hy nimmer kon vergeeten, van welke hy (volgens het berigt van st. evremond) honderd maalen op eenen dag sprak, wier Pourtrait hy steeds opvatte, en, zo men verhaalt, aan zyne lippen drukte, toen hy onder den poinjaardsteek van den Moordenaar ravillac nederstortte.
In uitbundigheid van pligtpleegingen, en sterke betuigingen, steeken de Spanjaarden boven alle andere Volken uit. Een Spanjaard voegt u steeds toe: Dios guarde a Usted! ‘God bewaare U!’ - of: Besso las manos. ‘Ik kusch uwe handen.’ - Viva Usted muchos annos; Mil annos! ‘Dat gy duizend jaaren moogt leeven!’ - Men vertelt van een Spanjaard, die eene ryke erfenis beurde van zynen Oom, en, onder het hooren leezen van den Uitersten Wil, met oogen vol traanen uitriep: Mio Tio, viva Usted mil annos! ‘Myn Oom, dat gy duizend jaaren moogt leeven!’ - Dan hy was den dag te vooren begraaven.
Schoon ik verscheide Voorschryvingsbrieven te Madrid had, van welke eenige my zeer te passe kwamen, kan ik niet nalaaten de ontmoeting te vermelden, welke ik had ten huize van een Bankier. Terwyl ik in een kamer stond te wagten, eer ik myne papieren kon overgeeven, viel myn oog op eene spreuk, met gouden letteren op den wand geschreeven, op deezen zin loopende: Niets kan verveelender weezen voor een Man, die zaaken te doen heeft, dan de Bezoeken der zodanigen, die weinig te doen hebben. - Deeze wenk was voor my te zigtbaar om niet begreepen te worden; ik wierp myn Brief en Kaartje op tafel neder, en vertrok, toen Don pedro ter kamer intradt.
'Er zyn misschien weinig Landen, waar de Tytels zo weinig eers geeven als in Spanje: derzelver veelvuldigheid neemt de belangstelling weg. Eenen onbekenden aanspreekende, tast men zelden mis, met hem Marquis, Graaf of Ridder te noemen. De grootste onderscheiding van den Ouden Adel is gelegen in het aantal Doopnaamen: dan deeze worden zomtyds vermenigvuldigd door Lieden van een laager afkomst. Ik ontmoette 'er een van dit slag, wiens naam enkel velasquez was; doch zyn Vader, een braaf Zydestofweever in Murcia, liet hem eene goede geldsomme na; waarop de Zoon den Tytel van Don aannam, en zyne Naamteke-