Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803
(1803)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijWaarneemingen over het verplanten der kruidnagel-, kaneel- en nootmuskaatboomen op de Fransche eilanden.(Ontleend uit l. de grandprés Voyage dans l'Inde et au Bengale.)
‘Te meermaalen hebben wy, by voorkomende gelegenheden, in ons Mengelwerk gewaagd van der Franschen poogingen, om ons, toen wy nog in 't bezit van de Moluccas waren, te ontzetten van den Spe- | |
[pagina 354]
| |
cery-handel, of althans te wege te brengen, dat wy denzelven niet alleen dreeven. Een berigt van den uitslag dier pooging, vollediger dan ons voorstaat elders te hebben aangetroffen, vonden wy in de opgemelde Reis van de grandpré; het is van deezen inhoud.’
Planten der Speceryboomen, den Hollanderen, ondanks hunne waakzaamheid en toevoorzigt, ontnomen, werden na Isle de France overgevoerd, en aldaar in den Koninglyken tuin zorgvuldig opgepast. Eenige gunstige jaaren van eene welaangelegde en kostbaare opkweeking gaven hoope, dat ze aldaar landeigen aan den grond zouden worden. Men deelde jonge Planten aan de Inwoonderen uit, met de noodige onderrigtingen wegens het opkweeken; doch deeze schoone vooruitzigten werden eerlang verydeld door deeze Planten verdelgende stormen en onweeren. De Inwoonders waren moede om veel zorgs en gelds te besteeden aan een voorwerp van onzeker, en, ten besten genomen, nog wydafgelegen voordeel. De voortgang, zelfs in de Koninglyke tuinen, was onvoldoende. De Kaneelboomen gaven slegts een dunnen bast, weinig sappig, en veel min prikkelend op den smaak dan die der Moluccas. De Kruidnagelboomen voldeeden niet; schoon dezelve tierig stonden, beantwoordde de vrugt geenzins aan de verwagting. Met één woord, die Speceryboomen kon men daar niet hooger aanmerken dan als voorwerpen van aartigheid. Het Ryksbestuur liet toen het oog vallen op de Isles de Sechelles, die, meer overeenkomsts met de Lugtsgesteldheid der Moluccas hebbende, een gunstiger uitslag beloofden. Met zeer veel voorzorge om het geheim te houden; voerde men Planten derwaards over. Dewyl de Schepen doorgaans het Eiland Mahé aandoen, om water in te neemen en schildpadden te vangen, werden de Planten na de andere zyde des Eilands, tegenover de gewoone Waterplaats, gevoerd, om ze dus te meer voor het oog te verbergen. Men beval ze aan den grond te l'Anse Royal, en liet het geplante aan de zorg der natuure over. Dit slaagde boven verwagting. De Kaneelboomen, inzonderheid, teelden voort met zulk een spoed, dat, binnen korten tyd, die geheele streek 'er mede bedekt | |
[pagina 355]
| |
was, uitgenomen de plaatzen, daar ander Houtgewas den groei verhinderde. De Kruidnagel- en Nootmuskaat-boomen slaagden desgelyks, doch teelden zo sterk niet voort. In deezen staat bevonden zich die Boomen, toen de Oorlog tusschen Frankryk en Engeland, in den Jaare 1778, verklaard werd. M. le vicomte de souilac, Gouverneur van Isle de France, Bourbon en de onderhoorige Eilanden, door Vaderlandsliefde gedreeven, droeg de noodige voorzorgen, om te beletten, dat de Vyand in bezit zou geraaken dier kostbaare Plantsoenen, waaraan zo veel arbeids, zorgs en gelds besteed was; maar de Man, met de volvoering van diens bevelen belast, bezat geen kunde genoeg tot het volvoeren van denzelven. - Men hieldt doorgaans op dit Eiland eenig Krygsvolk; doch 't zelve was van daar genomen, by den aanvang des Oorlogs, uit vreeze dat het in de handen der vyanden zou vallen. Men hadt 'er alleen een Opzigter met eenige Zwarten gelaaten. 'Er was last gegeeven om alles bestendig in gereedheid te houden om de Boomen in brand te steeken, zo ras de vyand eenige pooging deedt om het Eiland te vermeesteren. Ongelukkig zette een groot Fransch Schip van Madagascar koers na Mahé, om versch water in te neemen. De Opzigter hieldt het voor een vyandlyk Schip; hy dagt zich reeds aangevallen; en, geen tyd willende verzuimen, om den hem opgelegden last uit te voeren, stak hy het vuur in de Speceryboomen, en verdelgde, door dien brand, alles. In deezer voege verdween de hoop der Franschen! De Vogels, nogthans, doorgaans zeer greetig op de bessen der Speceryboomen, hadden een goed deel daarvan weggenomen, en laaten vallen in de dieper landwaards in gelegene streeken; en men bevondt, by den Vrede des Jaars 1783, dat daaruit nieuwe Planten waren voortgesprooten. Men kweekte ze zorgvuldig aan; en ten tyde dat ik deeze Eilanden bezogt (1790), waren de Kaneel-, Kruidnagel- en Nootmuskaat-boomen, schoon in geene groote hoeveelheid, in een tierigen staat. Het lydt geen twyfel, of Frankryk zal alle deeze Speceryboomen, op de Sechelles-Eilanden, met eenen gelukkigen uitslag, kunnen aankweeken; en, niettegenstaande derzelver kleine uitgestrektheid, zyn ze in staat om eene ge- | |
[pagina 356]
| |
noegzaame hoeveelheid ten gebruike der Republiek voort te brengen: maar, zints de proeven te Cayenne genomen, schynt het ontwerp, om op deeze Eilanden die teelt voort te zetten, door het Gouvernement uit het oog verloorenGa naar voetnoot(*). |
|