volgde de Hond, maar met ongewillige schreden. Het Schaap deedt alle moeite om den Herder te ontkomen, en zou, losgelaaten zynde, eer in het water gesprongen, dan zyn Speelmakker verlaaten hebben. Dit worstelen des Lams duurde zo lang wy het zien konden. Het zonderlingst van alles was, dat onze Hond, naa dit voorval, nooit weder jagt op de Schaapen maakte.
Het andere Geval doet ons de schranderheid eens Honds kennen. By een Klooster in Frankryk werden, alle dagen, op een bepaald uur, twintig Armen van Spys verzorgd. Een Hond, tot het Klooster behoorende, miste nimmer, die spysuitdeeling by te woonen; dewyl 'er nu en dan voor hem wat afviel. De Spyshaalders allen hongerig, en dus geenzins mild zynde, moest de Hond zich te meermaalen met den enkelen reuk vergenoegen; terwyl hy gaarne wat beters hadt. De Portien werden een voor een uitgedeeld, op het teken van het trekken aan een schel. Die de Portien kwamen haalen, zetten hun pot op een werktuig, dat binnenwaards gedraaid, en gevuld na buiten gebragt werd, zonder dat men den persoon, die de beweeging maakte, zien kon. - De Hond wagtte, op zekeren dag, tot dat alle de Armen vertrokken waren, nam het touw in den bek, en haalde de schel over. Zyne list gelukte: de Kok, geen pot vindende, voorzag, uit medelyden, ook in dat gebrek. De Hond herhaalde het den volgenden dag, met even gelukkige uitkomst. De Kok, eindelyk bemerkende, dat hy een-en-twintig in stede van twintig Portien hadt weggegeeven, besloot het bedrog uit te vinden. Dit viel hem niet moeilyk. Hy tekende, op een verhoolen plaats zich vervoegd hebbende, de Armen op, die geregeld om hunne Portien kwamen, en telde 'er niet meer dan twintig; dat 'er dus geen zich ingedrongen hadt, dan alleen de Hond. Hy begon vermoeden op te vatten, en dit vermoeden werd volkomen bewaarheid. De Hond wagtte, met alle bedaardheid, tot dat de Armen bedeeld en heen gegaan waren, waarop hy de schel trok. De Kok bleef niet in gebreke, deeze list des Honds te melden; men besloot dezelve te beloonen, en men stondt den Hond toe, alle dagen de schel te trekken, tot het bekomen van het voor hem geschikte eeten.