Byzonderheden wegens Dante.
Van deezen ongemeenen en oorspronklyken Italiaanschen Dichter, die in den Jaare 1265 gebooren wierdt, wordt verhaald, dat hy eene vuurige liefde hadt opgevat voor eene Jonkvrouwe, onder den naam van beatrix, op den vroegen leeftyd van negentien jaaren door hem bezongen. Zyne Minnaresse eenige jaaren daarnaa overleeden zynde, raadden hem zyne Vrienden, ter verdryvinge van zyne zwaargeestigheid, zich in 't huwelyk te begeeven. Hy volgde dien raad, doch hadt 'er welhaast berouw van: want ongelukkiglyk viel zyne keuze op eene Juffer, die vry veel overeenkomst hadt met de befaamde xantippe van vroegere dagen. En dewyl onze Dichter de lydzaamheid van sokrates niet bezat, scheidde hy zich van haar, met uitdrukkinge en blyken van veragtinge, zoo geweldig en hevig, dat hy vervolgens haar nooit wederom in zyne tegenwoordigheid liet verschynen.
Dus ongelukkig in zyne minnaryen, leende dante het oor aan de stemme der eerzucht, en begaf zich in den draaikolk der Staatkunde. Ongelukkig slaagde hy hier ook wederom, en stondt aan menigerhande gevaaren ten doel, tot dat hy eene schuilplaats vondt aan het Hof van Verona, by Prins carel de la scala. Doch dante's hooghartigheid was voor hoofsche afhanklykheid weinig berekend, en de doorgestaane onaangenaamheden hadden zynen Geest tot zwaarmoedigheid gestemd. Dit stelde hem voor kwaade behandeling en veronagtzaaminge bloot, aan een Hof, alwaar alles vrolykheid en gedruis was, en van den Hofnar meer werks wierdt gemaakt dan van den Dichter. De Vorst merkte