Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803

Eenvoudig, doch zeker middel, om rotten en muizen te dooden.

In de Boekzaal voor October 1802, bl. 423 en 424, las ik, in een der Uittrekselen, Middelen om de Rotten en Muizen te verdelgen en te vangen; als met het Rottenkruid, Kraanoogen (Nux vomica), Spons in Boter gebraaden, met turksche of witte Boonen, in Oly gebraaden, met Schotels met water op de Pakzolders der Boekverkopers te plaatsen, en eindelyk met een byzonder zoort van Vallen, dezelve in een ketel met water te doen verdrinken, enz. enz. - aldaar breeder te leezen. Ik beken en geloof, dat alle deze dingen goed en nuttig zyn om dit schadelyk ongedierte te verdryven; egter heb ik by ondervinding, dat dezelve met Slaapmiddelen spoedig te verdelgen zyn. Eens geplaagd zynde met Muizen, nam ik een theeschoteltje, deed het half vol met Syroop van witte Maankoppen (Syropus papaveris albi), gemeenlyk Syroop van Heulbollen genoemd, en in de Apotheeken aldus gevraagd, om Kinderen te doen rusten; ik plaatste hetzelve op myne Kamer, alwaar ik dat ongedierte ontdekt had, en vond des anderen daags dat schoteltje byna ledig, en vyf doode Muizen niet verre van hetzelve liggen; ik vernam daarna niets meer. -

[p. 243]

Op eenen anderen tyd in myn Pakhuis Rotten ontdekt hebbende, stelde ik het zelfde middel wederom in 't werk, doch vond het schoteltje wel geheel ledig, maar geene doode Rotten. Veronderstellende dat dit middel te zwak was, en het lokaas door den Reuk willende beproeven, nam ik circa een agtste pond oude commynde Kaas, en een half lood Opium, met een weinig gemeene Suiker, stampte en mengde dit ondereen, zette het op een schotel, en bevond des anderen daags, dat daarvan ruim de helft geconsumeerd was, en in een hoek van het Pakhuis vond ik twee doode Rotten liggen.