Waarneeming, aangaande het nuttig gebruik van 't laurierkers-water, in een geweldigen catarrhalen hoest.
Door den Heer Quentin, Med. Doct. te Vlotho, in 't Graafschap Ravensberg.
Geduurende, en na den harden Winter van 1799, wierden te Vlotho en in de nabuurschap veele lieden aangetast door een geweldigen Catarrhalen hoest, gepaard met bloedspuwing, en dikwyls aanleiding gevende tot het Zydewee. Zelden volgde de scheiding alleen door de Longen; dewyl de Catarrhale stof teffens viel op de buiksingewanden, en eene opzetting des benedenlichaams veroorzaakte, die eene voorzichtig aangewende buikzuiverende Geneeswyze noodzaakelyk maakte. In veele gevallen bedreigde de tot uitwerping rype, doch taaije slym, de kranken, door afmatting en verstikking, te dooden. Alle gewoone expectoreerende middelen bleeven onwerkzaam, of verergerden den benaauwden toestand der zieken. 'Er wierd dus een middel gevorderd, in staat, om teffens als oplossend, en als krampstillend, te werken. Deeze eigenschappen bevond ik, boven verwagting, vereenigd, in het Laurierkers-water, alle twee of drie uuren tot 20, 25 of 30 druppen gegeeven. De kranken loosden hierdoor, met gemak, geheele slymklompen, en herstelden spoedig. Tot een bewys der voortreffelykheid van het middel, en hoezeer de zieken die zelf gevoelden, strekt hunne algemeene begeerte, om nog langer met het middel aan te houden, dan ik doorgaans noodig, of dienstig, oordeelde. Meerdere voorspoedige waarneemingen, door den Schryver, met dit, tot hiertoe te weinig gebruikt, middel, genomen, in kropzeerige en scirrheuze verhardingen, belooft hy ten bekwaamen tyde te zullen mededeelen.