Treffend zeggen van den Chineeschen keizer Chun, over de wetten en straffen.
Keizer chun, wegens zyne Regtvaardigheid beroemd, en niet min uit hoofde van zyne Menschlievenheid bemind, niemand dan met den hoogsten tegenzin straffende, verklaarde omtrent de Wetten en Straffen: ‘De Wetten bewyzen genade aan hun, die meer ongelukkig dan strafschuldig zyn. Alleen betoonen zy alle haare gestrengheid omtrent euveldaaden, met opzet gedaan, of by herhaaling gepleegd. Daarenboven, welke oplettenheid, welke eerbied moeten de Regters niet voor de Menschheid hebben! Men moet niet straffen, dan wanneer de Goedertierenheid zelve geene vergiffenis verleenen kan!’