Het orgelspook.
Onlangs by een myner Vrienden het middagmaal houdende, gebeurde het, dat, van een in de kamer staand Huis-Orgel, de toetzen van het klavier zich begonnen te beweegen, zonder eenige aanraaking van iemand der in het gezelschap tegenwoordig zynde persoonen. Dit veroorzaakte eene algemeene verwondering, welke, by nadere oplettenheid, ten hoogsten top klom, en zelfs, onder eenigen, tot schrik overging, toen men duidelyk zag, dat het Orgel, als door eene onzichtbaare kragt, wierd bespeeld. - Een Dochtertje myns Vriends, die op gemelde Orgel leert speelen, hadt moeds genoeg, toen zy zag dat haar Vader en ik daar nader by kwamen, om met den vinger een der toetzen te drukken; doch het kind konde denzelven niet nederwaards beweegen, en liep bevreesd, heen, zeggende: Wie weet of Oom niet komt speelen!
Het Bygeloof, dat dikwils zeer schielyk, by zwakke gemoederen, weet in te sluipen, zou welhaast, by eenigen der gasten, zyn rol hebben gespeeld, te meer, daar, juist in den ogtend van dien dag, myns Vriends Broeder was overleden, van wien hy, een jaar te vooren, het Orgel hadt overgenomen, en waarop de overledene dagelyks gewoon was te speelen: zoo, dat het aanwezen van Spooken, door dit geval, buiten twyffel scheen te worden gesteld.
De Gastheer, een man boven alle vooroordeel verheven, en ik, aan Spooken, of al dergelyke wederkomende Geesten, geen waarde hegtende, besloten, het geval van naby te onderzoeken. - Intusschen wierd het Orgel nog al op dezelfde wyze, evenwel met tusschenpoozen, bespeeld. - Wy openden het Orgel, doch ontdekten nog niets; vervolgens het Deksel met den Lessenaar onder de Pronkpypenwegneemende, vonden wy het Spook. - Een jonge Kat was, door de opening van de Blaasbalgkas, daar in geslopen, en bragt, door heen en weder te loopen, dit verschynzel te weeg.
Zie daar een gewaand Spook ontdekt. - Gelukkig dat het Dier niet daadlyk, nadat wy de eerste beweeging hadden gezien, stil was weggelopen; want dan hadt men nimmer de oorzaak van dit buitengewoon verschynzel kunnen opspeuren, en zou, daar verscheide persoonen getuigen van 't gebeurde waren, Proselyten voor het geloof aan Spooken gemaakt hebben. - Nu lachten wy elkanderen uit, en verblydden ons, weder een nieuw bewys daar tegen te hebben gevonden.
Hage, Wintermaand 1802.
P.