Uitsteekende byzonderheden in het character der Morlachiers.
(Ontleend uit de Voyage Pittoresque & Historique in Istria & Dalmatie de l.f. cassas, par joseph lavallée.)
De Morlachiers oefenen de deugd der Gastvryheid tot een uiterste. Indien een Vreemdeling met de geringste aanbeveeling komt, mag hy zich verzekerd houden, dat hy als een Broeder zal ontvangen worden. Niet alleen onthaalen zy hem ryklyk met alles, wat hunne huislyke voorraad oplevert; maar, indien zy vooraf van de komst eens Vreemdelings verwittigd zyn, trekken zy hem met hunne paarden tot geleide te gemoete. By zyn heenen gaan bieden zy hem teerkost op den weg aan, en doen hem uitgeleide, tot op zekeren afstand, met hunne Kinderen en Dienstboden. De armen zo wel als de ryken onder dit Volk ontvangen den Vreemdeling even hartlyk; het eenig onderscheid bestaat in de kostbaarheid des onthaals.
Deeze Gastvryheid wordt nog sterker uitgeoefend, indien de Gast een hunner Landgenooten is. Wanneer een Morlachier in het huis van een Morlachier binnen treedt, gaat de Moeder des gezins, en haar oudste of laatst gehuwde Dogter, hem ter omhelzinge te gemoet; een vriendschapsbetoon, 't welk zy aan geen Vreemdeling bewyzen: de gewoonte, in tegendeel, vordert, dat de Vrouwen, zo lang hy ten huize vertoeft, zich voor hem niet vertoonen.
Een Morlachier vindt zich nooit in de harde noodzaaklykheid van te moeten bedelen. Hy treedt ten huize van zynen naasten in, zet zich aan tafel neder, eet, blyft 'er zo lang het hem goeddunkt, en vermoeit nimmer de hartlykheid zyns Gastheers. Geene angstige bezorgdheid voor den dag van morgen kennende, verteeren zy te meermaalen met hunne Vrienden en Gasten op éénen dag, 't geen maanden voor het Huisgezin zou hebben kunnen strekken. Het is geenzins ongewoon, dat men, op den weg, Veehoeders en Landwerkers ontmoet, die den Reiziger op hunnen teerkost, voor dien dag medegenomen, onthaalen. De Morlachiers schynen