Aanspraak en Gezangen, ter gelegenheid der uitdeeling van een fraaije en op de gebeurtenis toepasselyk geschilderde Tabaksdoos, aan Matthys Moolenaar van Zandvoort, wegens het Constitutioneel Gezelschap te Haarlem, voormaals Volksvergadering, den 15 Oct. 1803. Door A. Loosjes, Pz.
Zy schat Verdiensten hoog in Neêrlands achtb're Grooten,
Maar vindt ze in 't Visscherskleed, hoe nedrig, ruim zo schoon.
Te Haarlem, by A. Loosjes Pz. In gr. 8vo. 23 bl.
De Nieuwspapieren van den dag hebben de daad van den Burger moolenaar in 't breede en naar verdiensten vermeld: meer dan zulk een vermelden was dezelve waardig. Het Constitutioneel Gezelschap te Haarlem oordeelde dit, en besloot, een Tabaksdoos, met eene daar op geschilderde Afbeelding van die stoutmoedige daad, nevens een gepast Inschrift, dien Vaderlander te vereeren, en dit bedryf eenige staatlykheid by te zetten door eene Aanspraak en Gezangen: deeze zyn door den Uitgeever vervaardigd.
‘Men beschouwe,’ schryft de Vervaardiger, ‘het een en ander in het waare daglicht, dat is, niet als kunstmaatige voortbrengzels, maar als welmeenende uitdrukkingen van een hart, gloeijende voor het heil des Vaderlands.’ - Niemand, die 's Mans schriften, in een en ander vak, zo in dicht als ondicht, kent, zal twyfelen, of hy heeft en voordragt en styl naar deeze byzondere gelegenheid geschikt.
Wy schryven alleen een gedeelte af, als in zich bevattende den hoofdinhoud van dit kleine Volksstukje. ‘Zo hebben wy, in het midden van zo veel druks, onze Vaderlandsche harten lugt gegeven - Heilwenschen over alle welmeenende Vaderlanders uitgestort - een kloekmoedigen Jongeling in ons midden een blyk onzer achting voor burgerlyke deugden geschonken - dankbaar aan onze dappere Krygslieden gedacht - wenschen uitgeboezemd over de Vryheid der Zee, zo wel passende aan vrygeboren Nederlanders, die zich thans Bataven noemen na een Volk, dat, toen geheel de bekende Waereld voor de Romeinen bukte, alleen de Bondgenoot van dat Volk was!’ - Agter aan is gevoegd een Volksliedje in een gekuischter gewaad dan het oorspronglyke, dat als een Straatliedje is uitgedeeld geworden.