die de landing deeden, zelden Engelsche Vlooten ontmoeteden, juist omdat de winden, die de landingen op Engeland bevorderen, de schepen der Engelschen in hunne havens houden; dat voor dit slag van ondernemingen doorgaands met voordeel galeyen gebruikt zyn, omdat derzelver maakzel de kusten veel genaakbaarer maakt, en die vaartuigen zelve minder blootstelt aan het vyandlyke vuur; dat het lot van Engeland altyd heeft afgehangen van één treffen, wyl hetzelve ten eenemaal ontbloot is van sterkten; en dat, eindelyk, de naam der Franschen schier altyd genoemd is by de meeste landingen, die met eenen goeden uitslag zyn bekroond.’ Naa vervolgens in den heldenmoed en het vuurig verlangen der Franschen den grond des gelukkigen afloops der nu voorgenomene landinge gelegd te hebben, besluit de Schryver: ‘Haast zich het Britsche Ministerie niet, om de voorwaarden aan te nemen, welke onze (de Fransche) houding op het vaste land ons recht geeft, om aan het zelve voor te schryven, zoo zullen de keurbenden van ons Gemeenebest den driekleurigen Standaard gaan planten op den Toren van London, de vryheid weder geven aan de Zeeën en de rust aan Europa, onze wapenbroeders verlossen, en het Machiavelismus zelve in de straf van het Engelsche Staatsbewind vernietigen.’
Daar dit Geschrift voor geen uittrekzel vatbaar is, melden wy alleen, dat de meeste berigten slegts eenige weinige bladzyden, zommigen niet meer dan weinige regels beslaan; terwyl de nevens gevoegde Kaart van de plaatzen, alwaar de landingen zyn geschied, eene duidelyke aanwyzing doet. De Schryver maakt in het slot zyns verslags de volgende aanmerking: ‘Ging het niet buiten ons bestek, by deze stellige gegevene feiten eenige gisschingen te voegen, uit den daadlyken staat van Groot-Brittannie opgemaakt, dan zouden wy ten voordeele der ontworpene landing het uiterst ongeduld aanvoeren, waarmede het Engelsche volk, het welk men wel moet onderscheiden van hun, die het beheerschen en onderdrukken, de rampen verduurt, door den menschenhaatenden oorlog veroorzaakt, in welken men het heeft gewikkeld, en dien het allerhartelykst vervloekt. De daaden van het Bewind zelve bewyzen 's volks misnoegen.’