De Ridder Don Quichot van Mancha. Beschreeven door Miguel de Cervantes de Saavedra. Versneeden naar den hedendaagschen smaak, en verrykt met Afbeeldingen eener nieuwe uitvindinge. In den Haage, by J.C. Leeuwestyn. In gr. 8vo. Iste Deel 477 bl., IIde Deel 379 bl.
De smaak in Tover- en Spook- en Ridder-geschiedenissen, aan het eind der jongstverlopene, verlichte, Eeuw, deed sommigen, misschien niet zonder reden, vermoeden, dat men welligt, in de tegenwoordige, daadlyk in werking zou brengen, het geen men zo gretig las in zulke geliefkoosde geschriften; en daarom is het niet kwaad, dat don quichot thands wederom wordt opgeroepen, en door Europa een tochtje doet. De eerzame Ridder is ons buiten dat ook hartlyk welkom; dit Werk van cervantes behield toch by den kenner tot nog toe zyne waarde; en de menigvuldige toespelingen, by de beste Schryvers, op dezen Ridder van de droevige figuur en zyne verrichtingen, deden ons menigmaal naar een oud exemplaar van zyne levensbeschryving omzien, hetgeen vooral gedurig ons geval was by de lezing van het onnavolgbaar boek der wysheid en der zotheid (zo als wieland het noemt) van den beroemden sterne. De Geschiedenis verschynt nu naar den tegenwoordigen smaak meer beschaafd en zeer aanmerklyk ingekort, zo echter dat wy den ouden Held voor ons hebben en cervantes lezen; een ieder maakt nu op zyn gemak kennis met den Don Quichot, en zal dit Werk, het geen de Vertaler te recht een pakhuis noemt van vrolykheid, geestigheid en verstand, niet alleen nu lezen zonder verveling, - iets, het welk, wanneer men de vroegere uitgaven van hetzelve in onze taal voor zich had, waarlyk niet doenlyk was, - maar met wezenlyk vermaak en niet zonder nut, alzo het geschreven is, (even als sterne's Tristram) onder het welnemen van Uw Eds., tegen de gemelykheid, om door een schielyker opheffing en nederdrukking van het middelrif, en door de schudding van de zyde- en buik-spieren,
in het lachen, de gal en andere bittere vochten van de galblaas, lever en milt, te verdryven, te gelyk met alle de vyandelyke driften, die aan dezelve eigen zyn, naar beneden in het duodenum; ter bevoordering van welke heilzame uitwerkselen wy den Ridder op zynen Ronzinant, en den eerlyken sanche panche op den Ezel achter hem, op hunne vernieuwde tochten, heil en voorspoed wenschen! - De Caricatuur-platen zyn niet zonder vinding.