vliezen als der oppervlakte der Geledingen, met grooter naauwkeurigheid nagegaan, dan tot hier toe had plaats gehad, en ten dien einde niet alleen proeven op levende Dieren in het werk gesteld, maar ook van zeer naauwkeurige bereidingen der deelen, en van konstige opspuitingen der bloedvaten, gebruik gemaakt. Tot hier toe waren meestal de proeven van haller aangenomen, volgens welke de vliezen der Geledingen geenerlei gevoel zouden bezitten. Het ontbrak echter ook niet aan proeven voor het tegendeel, die nader door den Schryver worden bevestigd, en genoegzaam reden geeven van de geweldige pynen, die, door verschillende ziekten dier deelen, worden veroorzaakt. Het naauwkeurig nagaan van het maakzel der binnenste oppervlakte der Geledingsbanden en der zogenoemde Slymklieren, die in de Geledingen geplaatst zyn, was niet minder een gewigtig voorwerp van de onderzoekingen des Schryvers. Door welgelukte inspuitingen bleek het hem, dat het binnenste vlies der Banden ongemeen vaatryk was, en dat de ingespooten roode stoffe, zonder verbreeking van vaten, door de openingen der afscheidende vaatjes dier vliezen, in eene groote menigte, in de holte der Geledingen wierd uitgestort. Teffens bleek het hem, dat de kliervormige lichaamen, die in deeze holten worden geplaatst, wel degelyk afscheidende werktuigen zyn; waaruit hy besluit, dat de bronnen van het zo overvloedig slymvogt der Geledingen tweeledig zyn: te weeten het afscheidend maakzel der gezegde klieren, en de werking der afscheidende vaatjes van het binnenst vlies der Banden, uit wier laatste zo gemaklyke en overvloedige afscheiding reden kan gegeeven worden van den overvloed van dit vogt in de Geledingen, en van de geweldige slymvloeijingen, die zomwylen op de kwetzingen dier deelen volgen. Ondertusschen schynt het den Schryver ook met reden toe, dat het vogt, 't welk, door de afscheidende vaten der binnenste oppervlakte der Geledingen, wordt afgescheiden, geen genoegzaam slymerige
stoffe zou kunnen daarstellen, tot verhindering der wryving, in deeze steeds bewoogen wordende deelen, en dat daarom hier de slymklieren zyn toegevoegd, om een dik vogt te bereiden, 't welk, met het dunnere der afscheidende vaten vermengd, zodanig een gemengd slymerig vogt voortbrengt, als de