Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803
(1803)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 461]
| |
Bydragen tot het Galvanismus, zoo in opzicht tot deszelfs Genees- als Natuurkundige Werkingen. 2de Stuk. Te Arnhem, by J.H. Moeleman Jun. In gr. 8vo. 148 bl.Dit tweede Stuk deezer Bydraagen bevat het vervolg der Verhandelingen van de Heeren grapengiesser en ritter, van wier begin wy voorheenGa naar voetnoot(*) bericht hebben gegeeven. Kortelyk zullen wy hier ons uittrekzel der proeven van den Heer grapengiesser vervolgen. ‘De trap der ziekte doet [in die zoort van Doofheid, over welke wy hadden begonnen te spreeken] niets af: kunnende men even zo goed by de volkomenste doofheid, ja zelfs by de aangeboorene, als by de enkele hardhoorigheid, het Galvanismus beproeven, wanneer men, uit de natuur der afgelegene oorzaaken, en de gesteldheid der verschynzels, welke de kwaal verzellen, tot de aangehaalde naaste oorzaak kan te rug besluiten.’ Daarentegen toont de Schryver uitvoerig, dat het Galvanisme zeer nadeelig moet zyn, in de Doofheid, die uit bloedrykheid, en uit ophooping van het bloed naar het hoofd, ontstaat. Terwyl het onnut moet zyn, wanneer de Doofheid voortkomt uit onderbuiks-prikkelingen, uit een toestand van krampen en winden in den onderbuik; gelyk ook, als de oorzaak ligt in naar binnen gekeerde Huid-uitslagen, Jicht, Rheumatisme, enz. De volgende Ziekten, in welke de Schryver de aanwending van het Galvanisme dienstig oordeelt, en in zommige van welke hy ook meermaalen daar van eene goede uitwerking gezien heeft, zyn 4.) Verlamming der Sluitspier van den Endeldarm en van den Hals der Pisblaas. 5.) De Schyndood. 6.) Langduurige Heeschheid en Stemloosheid (Aphonia.) 7.) Het Boongezwel. 8.) Het Kropgezwel. 9.) Zommige zoorten en trappen der langduurige Rheumatismen. 10.) De langduurïge Heupjicht. 11.) De zogenoemde Metastatische ontsteeking na de Kinderpokken. Dit stuk afgehandeld zynde, gaat de Schryver over | |
[pagina 462]
| |
tot de wyzen, op welke het Galvanismus, met het meeste voordeel, in verschillende omstandigheden kan worden aangewend. Dit stuk behandelt hy uitvoerig en naauwkeurig; terwyl hy de Werktuigen, die, in onderscheiden gevallen, van nut kunnen zyn, op twee welgesneedene koperen Plaaten heeft afgebeeld. De Heer grapengiesser eindigt zyne Verhandeling met een bericht, aangaande de uitwerking van het Galvanismus in eenige zeer verschillende gebreken. Deeze Proeven zyn van een zeer onderscheiden uitkomst geweest, en veele zyn mislukt. Intusschen is 't getal dier geene, waar in het Galvanismus van veel dienst is geweest, aanmoedigend genoeg, om hetzelve aldaar, waar het te pas kan komen, te beproeven. Zie hier ééne derzelve: ‘Maria wilhelmina krausen, uit Berlyn, veertien jaaren oud, leed, sederd eenige jaaren, aan zo groote zwakheid der oogen, dat zy ten hoogsten slechts eene bladzyde in een boek kon afleezen, wordende alsdan, door pynen in de oogen en menigvuldigen toevloed van traanen, aan het verder leezen gehinderd. De oogen waren zeer week, en lagen diep in het hoofd. Zy had onderscheidene versterkende oogwaters te vergeefs gebruikt. Eene agtweeksche aanwending van het Galvanismus herstelde haar van deeze kwaal volkomen.’ De Proeven van den Heer ritter zyn ook zeer belangryk, en verspreiden niet weinig licht over den aard en de werkingen van het Galvanisme. Eindelyk geeft de Redacteur een kort voorloopig Nabericht, aangaande het nuttig gebruik van het Galvanisme, in de gebreken van het Gehoor, en betreffende de geneezing eener byna volkomene zwarte Staar (Amaurosis) door deeze konstbewerking. |
|