kunnen verleiden. Het oogmerk is loflyk, maar de uitvoering is ons niet best bevallen. De Eerw. nieuwenhuis oordeelt terecht, dat de opentlyke Leerstoel geenzins de bevoegde plaats is, ter blootlegging of beslissing van Godgeleerde Geschilpunten; waarom hy het onnoodig acht, zyne Verhandeling met een breedvoerig vertoog over het geoorloofde van den Eed te openen; en dat te minder, omdat by die Christenen, die den Eed niet als geoorloofd beschouwen, maar zich letterlyk binden aan 't gezegde des Apostels: Uw woord zy ja, dat ja is; en neen, dat neen is: dit ja en neen dezelfde heilige en verplichtende kracht, en denzelfden graad van verantwoordelykheid heeft, als by anderen de plechtige beroeping op God, by hunne verklaaring der waarheid. Maar waartoe dan nu de bekende woorden van Jacobus ten texte verkozen, en eene betwiste uitlegging derzelven ten grondslage gelegd? De hooge waardy van den Eed tracht hy te betoogen, (1) uit deszelfs natuur; (2) uit de aanleidende gronden, die ons tot het afleggen van den Eed kunnen verplichten; (3) uit de werkingen of gevolgen van den Eed. Ten besluite voegt hy 'er nog eenige opwekking by tot getrouwheid in den aangewezen plicht, door de aandacht te bepaalen by de zondige grondbeginsels, waaruit de Meineed meestal gebooren wordt. Hy brengt daartoe ligtzinnigheid, die gedachtenloos handelt en werkt, vrees voor onaangenaame gevolgen van gepleegde zonden, onrechtvaardige gewinzucht, zinlyk eigenbelang, en laakbaare gehechtheid aan de goederen der aarde. Voor zelfdenkende Toehoorders, die 't met den Leeraar in de grondbeginselen eens zyn, wordt nog al 't een en ander gezegd, dat stof tot ernstig nadenken kan geeven. Voor loszinnige menschen, en voor hun, die zich, door verschillende redeneeringen, van de overtuiging, aangaande de verbindende kracht van den Eed, of 't geen daarmede gelyk staat, trachten te
ontheffen, zou meer duidelykheid en drang van redenen noodig geweest zyn. De geheele vorm eener Kerkelyke Redevoering, over zoodanig onderwerp, zou, onzes oordeels, om 'er de regte uitwerking van te hoopen, geheel anders moeten ingericht worden.