dig, dewyl de werken van jenner, goldschmidt enz., waarin dit alles uitvoerig wordt verhandeld, alomme te bekomen zyn. Het oogmerk des geleerden Schryvers schynt hoofdzaakelyk geweest te zyn, de voornaame zwaarigheden, die, tegen de Inenting der gewoone Kinderpokjes, met reden kunnen geopperd worden, en daarentegen het heilzaame der even voldoende, doch niemand doodende of verminkende Koepokken, in een kort bestek tegen elkander over te stellen, op eene wyze, volkomen geschikt naar de vatbaarheid van het Publiek; om dus Ouderen en Voogden, die tot hiertoe huiverig zyn, om deeze Konstbewerking, aan hunne kinderen, en de geenen, die aan hunne zorge zyn toebetrouwd, te doen verrichten, tot deeze heilzaame onderneeming aan te moedigen: in welk oogmerk de Schryver, onzes achtens, ten vollen is geslaagd. De bewyzen, door den Heer ypey, ten voordeele der Koepoks-inenting, aangevoerd, zyn meestal zulke, die op openbaar gezag zyn bekend gemaakt; hoedanige doorgaans, in zekerheid, meer byzondere berichten overtreffen.