Verhandeling over de Spaansche Schaapen, enz. door C.P. Lasteyrie. Uit het Fransch. En vermeerderd met een kort bericht, wegens het aanfokken en verbeteren der onderscheiden Rassen van Schaapen in Engeland. 2de en laatste Afdeeling. Te Haarlem, by A. Loosjes Pz. In gr. 8vo. 167 bl.
In deeze tweede Afdeeling worden alle de maatregelen opgegeeven, welke dienen kunnen voor hun, die begeerig zyn, om echte Spaansche Schaapen te doen overkomen, daardoor hunne kudden te verbeteren, en, op den duur, eene even deugdzaame wol, als de echte Spaansche, te doen voortkomen. Dat het laatste artikel, waarop het hier wel voornaamelyk aankomt, met de waarheid overeenkomstig zy, blykt genoegzaam uit hetgeen de Heer lasteyrie daarvan zegt; wy neemen, om het gewigt der zaake, het volgende hieruit over:
‘Alzo ik (zegt de Schryver) myne eigene kundigheden in deezen wantrouwde, en ook dat fyn gevoel niet bezit, 't geen alleen door eene aanhoudende oeffening, gepaard met het vooruitzicht van daar mede zyn voordeel te zullen doen, kan verkreegen worden, deed my zulks besluiten, om zes staalen wol, te weeten, twee, die ik van Segovia had medegebragt, twee andere van Rambouillet, en nog twee andere uit Zweeden, zynde de beide laatste zoorten voortbrengzels van het Spaansche Ras, te vertoonen aan een Koopman van Saragossa, henry jauver genaamd, die zedert meer dan vyf-en-twintjg jaaren den Wolhandel met Frankryk gedreeven heeft, zonder hem nogthans te zeggen, van waar die staalen waren gekomen. Op myne vraag, wat hy van dezelve dagt? antwoordde hy, dat ze alle zeer fraai waren, en het bezwaarlyk was, aan een van dezelve de voorkeus, boven de andere, toe te kennen. Toen ik nog sterker by hem aandrong, om zyn oordeel daar over te zeggen, gaf hy de voorrang aan twee deezer staalen, waarvan het eene van Rambouillet, en het ander uit Zweeden gekomen was. De burger froissard, Wolhandelaar te Parys, kende de eerste rang toe aan een der Zweedsche, en de tweede aan een der Spaansche staalen.