gelieven; men verplaatst den minnaar, die kort daarop middel vond om te ontsnappen. Het weeuwtje zelve geraakt met haren vader, die al mede in hechtenis kwam, in vryheid, door toedoen van enen harer vroegere aanbidders, by wien het alzo bewaarheid werd, dat oude liefde niet roest. Men zou haar tot een huwlyk met dezen dwingen; doch zy ontvlucht; wordt door dien minnaar echter gevonden in ene dorpsherberg, waar zy ene malle rencontre had, en, door den schrik wat vroeger, van ene dochter verloste. Met hem trekt zy nu op, en hy zal haar met haren vader verzoenen; doch dit gelukt niet; en daar zy genoegzame blyken had, dat haar redder en weldoener hare trouw aan den enigen geliefden juist niet zeer zou eerbiedigen, maakt zy zich ook van hem weg, en wordt op een landhuis Gouvernante, waar men haar ook vergunt, haar dochtertje by zich te houden. (Een fraaie Gouvernante!) Dan, hoe toevallig toch iets gebeuren kan! hier vindt en herkent haar eindlyk haar geliefde; juist nog in tyds; want hy hield haar ontrouw, en stond op het, punt om aan ene andere te huwen. Nu schikt zich alles ten besten, en zy wordt recht gelukkig.
Het is wel niet nodig te zeggen, dat hier en daar de zinlykheid, door deze en gene uitdrukking, ook nog al enig voedsel krygt; en, om een ander soort van Lezers uit te lokken, die alles, wat by de Fransche Revolutie voorgevallen is, gaarne met de zwartste verwen afgetekend zien, komt hier ook nu en dan het een en ander voor, dat ook wel vry wat overdreven wezen zal. En in allen gevalle, daar coralie's misstap en deszelfs gevolgen hier juist niet met kleuren getekend worden, die enen sterken afschuw inboezemen, maar men integendeel haar altyd verontschuldigt en beklaagt, en anderen steeds, als de enige oorzaken van haren ramp, beschuldigt; zo zien wy niet, hoe zy juist tegen het gevaar van zichzelve te vertrouwen, met goed gevolg, zal waarschuwen. De Plaatjes zyn zo als het boekje, juist niet van het beste soort. Deze Roman heeft nog dit byzondere, dat, hoewel de titel van twee Deelen spreekt, men dezelve toch in énen adem lezen kan, en raden moet, waar het twede Deel begint; dit zal ook tot de eigenschappen van zodanig midden-ding behoren. Wy raden den Uitgever, dat hy, indien zyne pers eens ene meer wezentlyke lecture moest opleveren, alvorens naar enen beteren Vertaler en Corrector omzie; dit stukje heeft een aantal in het oog lopende fouten.