Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803
(1803)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGeschiedenis der Menschheid naar den Bybel, door Herman Muntinghe. IIde Deel. Te Amsterdam, by J. Allart. In gr. 8vo. 426 bl.De Hoogleeraar muntinghe zet, in dit Boekdeel, zyne aangevangene taak, op dezelfde loffelyke wyze, voort, waarvan wy, in 't vorige jaar, verslag gedaan hebbenGa naar voetnoot(*). In het eerste Deel gehandeld hebbende over de geschiedenis van de Waereldschepping tot op den Zondvloed, en van den Zondvloed tot op Abraham, komt hy nu tot het derde tydperk, van Abraham tot op Moses. Hy geeft vooraf een algemeen overzicht van de geschiedenis van dit tydperk, waaruit men verneemt, dat, behalven de geschiedenis van Abraham, en diens nakroost, ook die, welke men, dichterlyk ingekleed, in het merkwaardig boek, naar den naam van Job genoemd, verhaald vindt, hier in overweeging genomen wordt, en dat de behandeling van den trapswyzen voortgang der verstandelyke, zoo wel als zedelyke en Godsdienstige beschaaving, in dit tydperk, in vyf Afdeelingen gesplitst wordt, waarvan alleenlyk de eerste in dit Deel is afgehandeld. Zy bevat de geschiedenis van de verstandelyke beschaaving des menschdoms door Handwerken, Kunsten en Weetenschappen. Na eenige voorbereidende aanmerkingen, wordt onderscheidentlyk gehandeld, I. Over den staat der Handwerken en Kunsten: over den Akkerbouw, de Veehoedery, het verbouwen van Boomen en Tuinvruchten, de Jacht, de Visschery, het maalen van Meel en Broodbakken, het kooken en toebereiden van Vleesch en an- | |
[pagina 286]
| |
dere spyzen, de bereiding van Wyn en andere dranken, de toebereiding van de Olie, het Spinnen, Weeven, Naaijen en Verwen van onderscheidene stoffen, de Bouwkunde, de kunstbearbeiding der Metaalen en edele Gesteenten, den staat der Bergwerken, het maaken van Beeldwerk, het gebruik en stempelen van Geld, het maaken van Glas, de Zang-, Toon- en Danskunst, de kunst van Meeten en Weegen, en inzonderheid de Dichtkunst. II. Over den staat der Weetenschappen: Sterrekunde, Tydrekenkunde, Rekenkunde, Meetkunde, Aardrykskunde, Natuurkunde, Natuurlyke Geschiedenis, Scheikunde, en Geneeskunde. Over deze onderwerpen wordt ons 't meest weetenswaardige, uit den grooten voorraad van des Hoogleeraars uitgebreide geleerdheid en grondige taalkennis, in een kort bestek en geleidelyken schryftrant, medegedeeld, de trapswyze voortgang der verstandelyke beschaaving van het menschdom, in dit tydperk, met snedige oordeelkunde aangeweezen, en over zeer veele bybelplaatzen een helder licht verspreid. Men zal hier geheele Dichtstukken uit dit tydvak, het laatste Lied van Jacob, de Liederen van Moses, Bileams Godspraaken enz., op eene voortreffelyke wyze, opgehelderd vinden. 'Er is inzonderheid op nieuw zeer veel bygedraagen tot regt verstand van het boek van Job, en tot eene juiste beoordeeling van deszelfs dichterlyke schoonheden. Een aantal geleerde Aanmerkingen, tot bevestiging en nadere opheldering van 't ter nedergestelde, is wederom achteraan afzonderlyk gedrukt. 't Is jammer, dat de leezing daardoor somtyds, op eene onaangenaame wyze, wordt afgebroken. Maar wy weeten ook al niet, hoe de Hoogleeraar anders daarmede voegelyk zou gehandeld hebben. Het zal niemand, die belang stelt in de verhandelde onderwerpen, denken wy, berouwen, dit Boek eerst zonder de bygevoegde Aanmerkingen, en dan nog eens met dezelven te leezen. |
|