zelven, met te overleggen, welke middelen hy best in 't werk zou stellen, om zyn bestaan te vinden, toen onverwacht een van zyne kinderen in 't vertrek kwam, en zeide: Vader! 'er is ene vrouw, die u spreken wil.
Hy ging tot haar, en vond ene boerenvrouw, die hem vroeg, of hy kans zag om in twee of drie dagen nieuwe klederen voor haar en hare dochter te maken; zy moest ze noodzaaklyk hebben, wyl zy tegen den volgenden zondag op ene bruiloft genodigd waren. Zeer gaarne, antwoordde de man, en nodigde de vrouw om in het vertrek te gaan. Zy kwam in, en zeide: Nu, op dat gy te vlytiger zoudt arbeiden, zo heb ik hier ook wat levensmiddelen voor u medegebragt. By deze woorden opende zy ene korf; de kinderen schaarden zich om dezelven, om te zien wat 'er in was. Zy nam 'er een brood uit, wat boter, gerookt vleesch, en nog een pot met erwten. De kinderen klapten in de handen, zagen malkanderen aan, en de een na den anderen keerde zich om en weende. De vader zelf kon niet antwoorden dan met tranen. De vrouw vroeg wat dit beduidde, en hoorde toen de treurige omstandigheden, waarin dit huisgezin zich bevond. De gevoelige vrouw weende mede, en verheugde zich, dat zy, in de hand van God, het werktuig was geweest, om deze brave menschen te redden. Dit gevoel was haar zo zoet, dat zy voornam deze arme familie verder te verzorgen, en tot hen zeide: Van nu af aan zult gy geen gebrek meer lyden; ik heb zo veel koorn in myne schuur, dat ik u allen daarvan onderhouden, en echter nog verkopen kan: komt by my, zo dikwyls gy brood nodig hebt; gy zult het altyd hebben; en wanneer gy andere levensmiddelen begeert, ik zal ze u nooit weigeren, maar wil u alles om een' billyken prys aanrekenen; gy kunt het dan van tyd tot tyd met uw arbeid weer verdienen en afdoen. Ik heb ook kinderen; wie weet waar God ze weer zegent. Leeft vergenoegd, en verlaat u op myn woord.
Het huisgezin was buiten zichzelven van vreugd. Zo rasch de goede vrouw was heengegaan, bereidden zy ene maaltyd. Die smaakte heerlyk! men moet eerst weten wat hongerlyden is, om dit te beöordelen. Zy dankten echter bovenal den goeden God van ganscher harte, die dan vaak met zyne hulp het naaste by is, als voor ons alle raad verloren schynt.
Werpt alle uwe bekommernissen op Hem, want Hy zorgt voor u. 1 Petr. V:7.’