Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803
(1803)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijGedagten over 's Lands Finantien, voorgedraagen in Aanmerkingen op het Rapport tot een Stelzel van Algemeene Belastingen, uitgebragt den 9 July 1800. Door Gysbert Karel van Hogendorp. Te Amsterdam, by de Wed. J. Doll, 1802. In gr. 8vo.Den aart en de strekking van dit Werkjen kunnen wy best doen kennen, door het volgende, uit het Voorberigt, af te schryven: ‘Deeze Aanmerkingen op het bekend Rapport | |
[pagina 82]
| |
tot een Stelzel van Algemeene Belastingen, hebben anderhalf Jaar op myn Schryftafel gelegen, in afwagting van een gunstig tydstip, om het licht te zien. Iedereen weet, dat het Stelzel is gedecreteerd geworden, en wel zodanig in den geest van het Rapport, dat de Lasten op de Graanen nog zeer veel laager gesteld zyn, ten einde den gemeenen Man des te meer te ontlasten. Ter uitvoer heeft dit Stelzel egter niet gebragt kunnen worden, en toen men dagt 'er het naast by te zyn, is 'er eene geheele verandering voorgevallen, en heeft de polityke gesteldheid der Natie een geheel anderen keer genomen. Ik twyfel geen oogenblik aan de welgezindheid der Stellers van dit Rapport, en geloof gaarne dat zy het welzyn van het Gemeenebest in het oog gehad hebben; maar ik ben even zeer overtuigd, dat hun stelzel het algemeen verderf zoude na zig gesleept hebben, onder de vrugtlooze poogingen om 't zelve in te voeren. Zo min als toen inyn tegenspreeken zou gebaat hebben, even zo kragtig, dunkt my, zullen myne Aanmerkingen thans kunnen medewerken om de heerschende denkbeelden omtrent de oude Belastingen te schraagen en te bevestigen. Zo veel reden als ik derhalven gehad heb om dezelven tot nu te laaten liggen, heb ik nu, in tegendeel, om ze voor den dag te brengen, ten einde het bedoelde oogmerk te bereiken. Een tweede zeer gunstige omstandigheid is de naby zynde Vrede, by welken het ernst schynt te zyn, ons onze Kolonien meestal terug te geeven en te laaten behouden. Zulk eene gebeurtenis verandert den staat der zaaken ongemeen, neemt alle voorwendzelen weg, om met het Rapport nieuwe Grondslagen van onze Nationaale Welvaart te willen leggen, en noopt ons onwederstaanbaar tot eene getrouwe aankleeving aan die beginzelen, door welken wy zo lang welgevaaren hebben, en die hier en daar, door den loop der tyden, voor eenige wyzingen en verbeteringen vatbaar mogen zyn, maar niet geheel ter zyde gesteld en met anderen verwisseld moeten worden. - In de hoop van die gelukkige teruggave heb ik myne aanmerkingen geschreeven; en nu zy plaats zal vinden, is daarin alleen eene drangreden gelegen om niet langer met het uitgeeven derzelven te toeven.’ Zyne Schryfwyze, in dit Werkje gehouden, verdeedigd hebbende, pryst hy de Polityke Economie aan, en merkt daaromtrent op; ‘dat deeze Weetenschap thans een der aanzienlyksten is geworden, en met regt, om dat zy tot onderwerp en doelwit heeft, de Nationaale Welvaart, geschikt naar den aart der onderscheiden volken en landen, te bevorderen. In ons Land, welk evenredig volkryker en welvaarender is, | |
[pagina 83]
| |
dan eenig ander, is de praktyk, door den aart en inborst der Ingezetenen, wel verre gebragt, en als tot eene tweede natuur geworden; maar de theorie, de weetenschap, is in Frankryk, in Engeland, in Italie, in Duitschland veel meer bekend en aangekweekt. Van daar eene meerderheid, welke deeze Natien, van tyd tot tyd, verkreegen hebben, en welke dreigt, alle de voordeelen onzer praktyk, ontbloot van theorie, te zullen overweegen. Zo is het ons gegaan met veele Kunsten, Fabryken en Ambagten, waarin wy voor ééne of twee eeuwen meesters, en verre boven andere Natien verheeven waren, en die thans by onze buuren tot een veel hooger top van volmaaktheid opgeveizeld zyn. Onderzoekt en kent men ooit, vooral in 's Lands Hoog Bestuur, de waare beginzelen van Polityke Economie, en past men dezelve wyslyk toe op de omstandigheden van ons Land en Volk, zo kan onze nationaale welvaart nog met den tyd hersteld, ja, mogelyk verder dan ooit te vooren uitgebreid worden. - Deeze welvaart moet, als het ware, de grondslag tot een Inkomen voor den Staat uit Belastingen zyn; de Belastingen moeten zo ingerigt worden, dat zy aan deeze welvaart het minst mogelyk nadeel toebrengen: weshalven dan ook het Stelzel van Finantien in het naauwst verband staat met de Polityke Economie, als de weetenschap der Nationaale welvaart.’ Op deezen grond pryst van hogendorp de onlangs in 't Nederduitsch vertaalde Staatkundige Economie van den vermaarden Italiaanschen Graaf verri, met eenige Aanmerkingen, hooglyk aanGa naar voetnoot(*). Hy wenscht, dat dergelyke Werken in onze taal overgebragt en met ophelderingen voorzien werden. - Verre zyn wy van de Theorie in dit stuk geheel te wraaken; maar kunnen niet afzyn hier by te voegen, hoe een onzer grootste en met zeer veel voordeels handelende Kooplieden, zeer onlangs overleden, eene veelal Theoretische Verhandeling over den Koophandel geleezen hebbende, door een Koopman opgesteld, wiens Handel en Bedryf, met al zyn Theorie, by lange na niet zo voorspoedig ging als de zyne, zeide: De Heer **** heeft veel meer Theorie dan ik; doch ik heb de Praktyk! |
|