Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1803
(1803)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe Theodicée van Paulus, enz. door J.T. van der Kemp, Med. Doct. enz. IIIde Deel. Te Dordrecht, by A. Blussé en Zoon, 1802. In gr. 8vo. te zamen 566 bl.By de aankondiging der vorige Deelen dezes, in zyn soort, eenigen WerksGa naar voetnoot(*), en van een daarop gevolgd Verdedigschrift van den Hoogleeraar kromGa naar voetnoot(†), hebben wy verslag gedaan van de onmiddelyke inlichting, welke Dr. van der kemp zich verbeeldt, omtrent den waaren aart der Leere, welke Paulus voor- | |
[pagina 56]
| |
staat in den Brief aan de Romeinen, van God ontvangen te hebben. Wy deelden ook verscheidene proeven van 's Mans wyze van uitleggen, die al dikwyls afwykt van het gewoone, mede. Dit laatste Deel is, daarin, gelyk aan de voorgaanden. Het loopt evenwel niet verder, dan tot het einde des twaalfden Hoofddeels. De bewerking der volgende Hoofddeelen, met de beloofde wysgeerige sleutels, was den Professor krom nog niet ter hand gekomen; en uit het bygevoegde Register, door den Schryver zelven over 't geheele Werk vervaardigd, en, voor zyn vertrek uit Engeland, overgezonden, schynt men te mogen besluiten, dat 'er, althans vooreerst, niets meer, tot voltoojing van dit Werk, is te verwachten. Ondertusschen heeft 's Mans getrouwe Vriend en warme Voorstander, by gebrek van de noodige sleutels, na al het gene, dat hy reeds te voren, tot opheldering en verdediging der voornaamste leerbegrippen van den Schryver, heeft byeengebragt, dit Werk nog, by wyze van Aanhangsel, vermeerderd met eene Verhandeling over eenige voornaame byzonderheden in de Theodicée van Paulus, in den Brief aan de Romeinen. Ons blyft, niettegenstaande al den arbeid, door den Uitgeever, tot verheldering van des Schryvers Philosophische gronden, besteed, daarin nog veel duisterheid over. En nog minder wil ons de toepassing van soortgelyke bovennatuurkundige onderzoekingen, op de verklaaring van een Apostolisch schrift, bevallen. De Brief van Paulus aan de Romeinen is geenzins van de gemakkelyksten, om verstaan en verklaard te worden; maar, door zoodanige manier van uitleggen, wordt de meening van Paulus geheel onzeker, en alleen doordringbaar voor lieden, die roem draagen op eene onmiddelyke inlichting, en, uit dien hoofde, naar mate zy het hoofd vol hebben met afgetrokkene bespiegelingen, 'er alles van zullen kunnen maaken. Wy laaten gaarne aan den Hoogleeraar krom het genoegen, om zich, met zyne oordeelkundige Vrienden, te verheugen over de ontdekking van een stelzel, waarin hy meer, dan in de gewoone leiding der gedachten en uitdrukkingen zyner geloofsgenooten, een krachtig bewys meent gevonden te hebben voor de zuivere Leer van vrye genade, en van Gods onweêrspreekelyke oppermacht, en onberispelyke rechtvaardigheid, in de we- | |
[pagina 57]
| |
gen, welke Hy houdt met menschenkinderen, en 't geen daarmede in verband staat. Wy houden ons liever aan de eenvoudige uitspraaken der H. Schrift, en aan derzelver onpartydige beoordeeling, door de wysbegeerte van 't gemeene menschenverstand; en kunnen althans niet gelooven, dat de zin en meening van Paulus, in den Brief aan de Romeinen, zoo diep verborgen ligt, dat men zulke scherpzinnige onderzoekingen noodig hebbe, om tot de kennis van deze anders ontoegankelyke geheimen ingewyd te worden. |
|