elkander verzameld, 't geen tot de Rechten der Romeinsche Vrouwen in verschillende tydperken eenige betrekking heeft. Daar verder de Schryver zyne denkbeelden in een duidelyken styl en zuivere taal heeft weeten voor te stellen, kan zyn werk met nut en genoegen geleezen worden. Tot een staaltje van de zuiverheid der zeden by de oude Romeinen, kunnen wy ons niet onthouden, uit deeze Verhandeling iets mede te deelen: Hoe zeer, namelyk, de Romeinsche Mannen een uitgestrekt recht hadden over hunne Vrouwen, en zelfs eene vernietiging van 't Huwelyk konden eischen, indien dezelve, zonder hun toelaaten, wyn hadden gedronken, bestond echter Rome vyfhonderd jaaren lang, zonder voorbeeld eener Echtscheiding. De eerste, die dit vroeg, was sp. carvilius ruga, die zulks echter alleen deed, omdat zyne vrouw onvruchtbaar was: ten welken einde hy, voor de Schatmeesters, moest zweeren, dat hy getrouwd was, uit verlangen naar kinderen. Met dit alles nam 't Romeinsche volk dier tyden hem kwaalyk, dat de begeerte, om kinderen te teelen, by hem zwaarder woog, dan de tot hier toe ongeschonden huwelykstrouw.