De gierigaart en zyn vriend.
Een goede kennis van een Gierigaart, gereed staande om een lange reis te doen, stelde hem voor: ‘Myn oogmerk is, na verren lande te trekken: geef my een Ring; ik zal denzelven steeds draagen, en, dien ziende, my alle dagen aan u herinneren.’ Dan hy kreeg ten antwoord: ‘Indien gy zo zeer verlangt myns te gedenken, denk dan telken dag, als gy uw vinger van een Ring ontbloot ziet, aan den Man, die weigerde u denzelven te geeven.’