Beschryving van de olyphanten-jagt op het eiland Ceylon.
(Uit het Engelsch.)
‘De zonderlinge wyze, op welke de magtig groote en sterke Olyphanten gevangen en tam gemaakt worden, verdient onze opmerking. Volgens een berigt, zeer onlangs deswegen in Engeland gegeeven, gaat men in deezer voege te werk.
Tusschen de drie- en vierduizend Landlieden gaan, onder het bestuur van omtrent zo veele honderden Jaagers, voor twee of drie maanden op de Jagt. Zy omzetten een uitgebreide streek lands: aan 't eene einde van deeze Jagtplaats wordt een groote en sterke houten Kraal, of bykans rond Palissadewerk, opgerigt, 't welk een vierde van eene myl in den omtrek haalt. De Jaagers vernaauwen steeds hunnen eerst zeer uitgebreiden kring; terwyl zy, door het stooken van vuuren en het maaken van geschreeuw, de Olyphanten, die 'er in zyn, na de Kraal dryven, door welker openingen zy eindelyk genoodzaakt zyn in te gaan. Onmiddelyk naa het binnen komen, gaat een slagboom digt, en sluit de Dieren in. Daar is eene andere opening, met een sluitboom, welke tot een veel sterker omrastering leidt, die omtrent twintig voeten wyd is, en loopt na een derde, nog sterker, doch zo naauw, dat 'er slegts één Olyphant tevens door kan. Wanneer een genoegzaam aantal Olyphanten uit de eerste Kraal gedreeven is in de tweede, wordt de slagboom nedergelaaten door een man, geplaatst op den top van de plaats, waar zy tot dat einde ingaan.
De Dieren, zeer gedrongen door hun aantal en grootte, poogen te ontkomen, en loopen in de derde Kraal. Zo ras een Olyphant in de derde Kraal gekomen is, laat men kruisboomen vallen, tusschen opgerigte staaken, die het wederkeeren kragtdaadig beletten. Terwyl de Olyphant voortgaat, wordt dezelfde handelwyze voortgezet, tot hy in het agterste einde komt, waar hy zo naauw wordt ingeslooten, dat hy noch voor- noch agterwaards kan gaan. Sterke touwen met strikken worden om hals en pooten gelegd, en deeze eindelyk gehaald door touwen, vastgemaakt aan de halzen van twee tamme Olyphanten, op dit stuk afgerigt, die men brengt na het einde van de Kraal, waar de gevangene zich bevindt. De staaken, die den ingang daarvan uitmaaken, worden dan weggenomen, en de touwen, die den hals van den wilden Olyphant aan den tammen vastmaaken, worden gevierd,