Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1802
(1802)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 120]
| |
Natuurlyke ligging en lugtstreek.Volgens de berekening van den Academist krafft, heeft men te Petersburg, tien jaaren door elkander gerekend, 97 heldere dagen, 104 dagen regen, 72 dagen sneeuw, en 93 dagen onbestendig weêr. Ieder Jaar hoort men 'er de Stormwinden gieren van twaalf tot zestien maalen, die somtyds, wanneer zy uit het Westen opsteeken, Overstroomingen veroorzaaken. Uit eene ondervinding van meer dan zestig jaaren, breekt het Ys in de Rivier de Neva nooit open vóór den 25 Maart, en nimmer laater dan den 27 April. De vroegste bevriezing dier Riviere is den 20 October, en de laatste den 1 December. Zints het Jaar 1741 is de grootste maate van Hette geweest 27, en de grootste maate van Koude 33 Graaden, volgens de schaal van reaumurs Thermometer. Wy zien hieruit, hoe weinig dagen in een geheel jaar buiten deur in deeze lugtstreeke kunnen genooten worden, en hoe bepaald de Zomerverlustigingen zyn. De Winter is hier het beste jaargetyde, en bezit groote voordeelen boven de natte en mistige winterdagen in Zuidelyker Gewesten. Eene gelyke en standhoudende koude versterkt en herstelt de lichaamskragten. De uitmuntende wegen ter sledevaart maaken het reizen gemaklyk en aangenaam; een Winterreize, by een gemaatigde vorst, by maanlichte nagten, is een vermaak, alleen in deeze oorden bekend. De Russen, aan eene harde leevenswyze gewoon, schynen te herleeven by den aanvang des Winters; en vreemdelingen zelfs zyn hier ongevoeliger voor de koude, dan in hun eigen land. Men moet ook bekennen, dat geenen beter dan de Russen weeten, hoe zich tegen de koude te beschutten. By het naderen van den Winter worden de dubbele vensterraamen aan alle de huizen geplaatst; de zamenvoegingen en tusschenvakken worden netjes beplakt met het zelfde papier als de | |
[pagina 121]
| |
kamer mede behangen is. Deeze voorzorge beschermt niet alleen tegen de koude en den wind, maar verschaft tevens een vry uitzigt, zelfs in 't holst van den Winter, dewyl de glazen op deeze wyze nooit met ys bekorst worden. Onze Kachels, die, door derzelver grootte en zamenstelling, in de daad een grooten voorraad van hout verslinden, brengen eene warmte in de grootste vertrekken en kamers, welke allen denkbeeld van Winter doet verdwynen. Deeze warme Kachelkamers verlaatende, wapenen wy ons des te sterker tegen de strengheid der koude. Hoofdkappen, bonte pelsen, laarzen, welgevoerd, en een mof, maaken de Winterkleeding uit. Het is aartig om te zien de kleederhoopen, uit welke in weinig minuuten de grootste Schoonheden ten voorschyn traden. De gemeene Rus is alleen bezorgd om de beenen en voeten welgedekt te hebben. Voorzien met een enkele schaapenhuid, Shube genaamd, ziet men de Sledevoerders, en die koopwaaren aanbieden, dagelyks op straat met een blooten nek en bevroozen baard. By een vorst, wanneer de Thermometer vyf-en-twintig graaden tekent, is het geene zeldzaamheid, Vrouwen, uuren lang, bezig te zien met het linnen te spoelen in de byten van het ys der Kanaalen. De Winter vermeerdert zeer de behoeften des leevens, en zy worden nog vermenigvuldigd door de weelde. Hiertoe behoort de winterkleeding, de brandstoffe en het kaarslicht Dat de Menschen hier ter Stede groote kosten hebben aan Bontwer en, kan men zich ligt verbeelden; en de mode daarin verandert zo dikwyls, dat iemand een meer dan middelmaatig inkomen moet hebben, om dezelve stap voor stap te kunnen volgen. - Het hout, 't welk verbrand wordt, is verbaazend. In de keukens, in de kamers, en in de vertrekken der dienstboden, die zo heet als badstooven gestookt worden, verslindt men ongelooflyk veel van deeze eerste leevensnoodwendigheid onder dus eene lugtstreeke. Volgens eene middelmaatige berekening, worden alhier 's jaarlyks meer dan tweemaal honderd duizend vademen houts verstookt, in geldswaarde omtrent een half millioen Roebels bedraagende. Deeze verbaazende verteering, en de toeneemende prys des houts, verdient al de aandagt des Landbestuurs. - De kosten aan smeer- en waschkaarsen zyn, naar evenredigheid, even groot. Geduu- | |
[pagina 122]
| |
rende den langen Winter leeven wy bykans in een altoosduurenden nagt, daar onze kortste dag slegts vyf en een half uur haalt. In huizen, waar men op een fatzoenlyken voet leeft, worden de waschkaarsen lang vóór den middagmaaltyd ontstooken. Zo kortstondig is de Lente, dat dezelve naauwlyks onder de Jaargetyden mag gerekend worden. De maanden Maart en April zyn doorgaans aangenaame maanden, ter oorzaake van de heldere dagen, welke men alsdan gewoonlyk heeft; maar de lugt is alsdan nog scherp, en de Neva meestal nog met ys bedekt. Met May verandert het tooneel schielyk; de Winterkleeding verdwynt geheelenal; maar koude noordlyke winden houden de balzemgeurige Lente terug. By een schielyken overgang bevindt men zich op éénmaal in den Zomer; deeze heeft een zeer kortstondig bestaan. Naauwlyks is dezelve gekomen, naauwlyks genooten, of dezelve vliedt heenen,
et mox bruma recurrit iners.
Hoe kortstondig, egter, onze Zomer is, ontbreekt het denzelven aan geene vermaaken; en misschien wordt dezelve met des te meer voldoenings genooten, van wegen den korten duur. Op het zien der eerste straalen van de wederkeerende Zon, snelt alles na de digt by liggende Landgoederen, waar dit wellustig Jaargetyde in gastvrye en gezellige uitspanningen gesleeten wordt. Onder de bekoorelykheden van den Zomer, te deezer plaatze, moeten in 't byzonder geteld worden de heldere en veelal warme nagten. De zwakke straalen van de naauwlyks onder de kim daalende Zon verwen den gezigteinder met een roodverwigen gloed, die afschynt op de omringende voorwerpen. Het bezig straatsgewoel is dan geweeken, doch niet veranderd in eene doodlyke stilte, maar in die nietsbeduidende bezigheid, welke beter smaakt dan de rust zelve. Wandelende partyen ontmoet men allerwegen, niet zelden vergezeld van muzyk; op de effene oppervlakte van de Neva, en in alle kanaalen, ziet men vaartuigen; uit dezelve hoort men de eenvoudige melody van volksliedjes, hoedanige de Schuitenvoerders zingen. - Betooverd door de nieuwigheid en het vermaak deezes tooneels, en in de verwagting van den aanstaanden nagt, | |
[pagina 123]
| |
vinden wy ons van den slaap ontzet, wanneer de eerste zonnestraalen de toppen der huizen vergulden. Ik heb nooit een Vreemdeling gezien, die ongevoelig was voor het eerste genot van deeze Zomernagten. Maar ach! tot welke tooneelen brengen ons de oogenbliklyke genietingen van wellust! Op den kortstondigen Zomer volgt een Herfst, van zo veele onaangenaamheden vergezeld, dat het denkbeeld van het genot der Zomerdagen geheel wordt uitgewischt. In dit Jaarsaisoen wordt Petersburg een der afschuwelykste hoeken van den geheelen aardbodem. De gezigteinder wordt, eenige weeken lang, overdekt met zwaare donkere wolken; het zonnelicht bedekkende, maaken zy, dat de reeds kortende dagen alleen scheemering leeveren; terwyl de onophoudelyk nederstortende regen, ondanks de nieuwlings gemaakte water-afleidingen, de straaten zo morssig maakt, dat het voor welgekleede lieden ondoenlyk is, dezelve met eenig genoegen te betreeden; en om het tafereel van een Herfst-avond te voltooijen, voege men 'er de huilende winden, soms tot storm aangroeiende, nevens. | |
Het volk.De Petersburgers zyn, over het geheel genomen, (zo verre zulk eene algemeene opgave van het Character met de waarheid kan overeenstemmen) een groot, lyvig en lustig slag van Volk. De invloed der lugtstreeke op de gedaante en het gestel, die, zo als naauwkeurige waarneemers reeds hebben opgemerkt, door geheel het Noorden werkt, is hier desgelyks zigtbaar; schoon ik verre ben van my voor een Physiognomist uit te geeven. Hoe schoon ook de vormen mogen weezen, waarin de menschen, mag ik zo spreeken, gegooten worden, ontbreekt nogthans daaraan die scherpe en bepaalde omtrek, welke de vormende Natuur met eene zo vaste hand schynt te maaken onder een zagter en milder lugtstreek. Zelfs de edelste grondtrekken komen slegts flaauw ten voorschyn uit de weelderige vleeschklompen, waardoor de zagtere trekken en het aartig speelen der spieren als bedommeld worden. Indien deeze voordeelen voldoening konden schenken voor die gebreken, dan geschiedt zulks: want zagter vleesch, schooner vel, bevalliger kleur, kan men naauwlyks elders aantreffen. | |
[pagina 124]
| |
De algemeene smaak, welke hier, even als elders allerwegen, de wetten van het schoone ontleent van de modellen, die de fraaije Natuur biedt, schynt op deeze eigenschappen te dringen, als weezenlyke vereischten om eene Schoonheid te vormen; en het is waarschynlyk, dat de volmaaktste Grieksche Gedaante in onze gezelschappen niet bewonderd zou worden, indien dezelve ongelukkig roode wangen derfde. De smaak daarvoor is zo gevestigd en zo algemeen in Rusland, dat, in de Russische taal, de denkbeelden van Rood, Schoon, en Schilderagtig, als 't ware 't zelfde betekenen. Het is uit deezen hoofde zeer te verschoonen, indien onze Vrouwen hier, zo van hoogen als van laagen staat, tragten, de bekoorelykheden der Natuure door kunst te verhoogen, indien deeze wat schaars geweest hebbe in de uitdeeling van dit gunstbetoon t'haarwaards. In alle groote Steden, my bekend, is het rood blanketzel in gebruik by Juffrouwen van fatzoen; dan hier gaat men een stap verder, naardemaal elke Boeren-Vrouw en Dogter de wangen zo wel beschildert als eene Gravin, niet omdat het de mode is, maar om schoon te weezen. Welke Vrouwen kunnen overvloediger het Rood aanleggen, dan de Egtgenooten van Russische Kooplieden, als zy waggelen met haare dikke en vette lichaamen, opgepronkt met al den luister, dien paarlen en kant kunnen byzetten! De Mannen zyn, over 't algemeen, niet alleen schooner dan de Vrouwen, maar zy komen ook nader aan het afgetrokken denkbeeld van de schoonste menschlyke gestalte. Onder de Officieren van de Lyfwagt, en nog meer onder de Landlieden, die van tyd tot tyd hier komen, ziet men 'er veelen, die met het beeld van antinous in wedstryd zouden kunnen treeden. In Duitschland, waar het oordeel over persoonlyke schoonheid niet veel verschilt van 't geen hier heerscht, hoort men dikwyls de goedkeuring der Dames over reizende Russen ten deezen opzigte. Doorgaans, nogthans, derven zy vroegtydig hier deeze schoone gedaante; naardemaal Mannen zo wel als Vrouwen, uit verscheide oorzaaken, overhellen om zeer vet te worden.
(Het slot in onze volgende.) |
|