Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1802
(1802)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 113]
| |
Uittrekzel uit de berichten van Roomsche missionarissen, over den toestand des christendoms, in alle door hun bezochte landen. Door Prof. F. Munter, in Koppenhagen.(Vervolg en slot van bl. 79.)
V. In Bengalen zyn de Katholyken zeer talryk. In Calcutta alleen zyn 'er 25000, van welken 15000 de Sacramenten der Kerk genieten. De anderen hebben Heidensche of Muhammedaansche bywyven, of geheele Serails. Dezen zyn van hunne nabestaanden verlaaten, en laaten zich daarom allen, in articulo mortis, en in dergelyke omstandigheden doopen, waartoe de Portugeesche Missionarissen zich voornaamelyk laaten gebruiken. Zoo noemt men naamelyk, daar te lande, de inboorlingen van Goa, wier opvoeding en letteroefeningen in Goa zeer gebrekkig zyn, en die, na eerst als Novitii beproefd te zyn, tot Zendelingschappen geschikt worden, in welken stand zy eenzaam en afgezonderd leeven, waarby 't des ligter toekomt, dat zy zich uit onweetendheid tot zulken verkeerden handel laaten vervoeren. Hoeveele Zendelingschappen de Katholyke Kerk ook in Hindostan moge hebben, echter hebben 'er de Franciscanen maar twee vaste Kerken, de eene te Patna, en de andere te Bettia. Overal is vryheid van Godsdienst. De Missionarissen mogen met een ieder over den Godsdienst spreeken. Echter worden de nieuwbekeerden gewoonlyk uit hunne Kaste weggejaagd, dewyl de Christenen zekere by hun gebruikelyke offerplechtigheden niet meer kunnen bywoonen. In Malabar worden de Zendelingschappen zeer in hunne magt beperkt. 'Er kan geene plechtigheid, geen trouwing, geene processie, geene visitatie van Kerken geschieden, eer de Stadhouder en Gouverneur 'er van verwittigd is. - De Christenen in dit Land zyn talryk, en bestaan uit twee classen; uit Syro-Chaldaeers en Latynen. De oude Syro-Chaldaeers, Katholyken, en die verder tot byzondere Secten behooren, samengenomen, maaken ongeveer 200000 zielen uit. De Latynen, het | |
[pagina 114]
| |
zy nieuw gedoopten, het zy afstammelingen van Portugeesche Slaaven, zyn 50000 in getal. De Katholyken hangen deels af van hunnen Aartsbisschop van Erangano, deels van den Apostolischen Vicaris van Verapolis. De overigen, thans allen Monophysiten, staan deels onder den geordenden Priester van Marthoma, deels onder twee Jacobitische Bisschoppen van Mosul en Ninive. De oude St. Thomas Christenen behooren tot de classe der Nairiers, die den tweeden adel in Malabar uitmaakt. Zy leeven van hunne inkomsten en handel. Handwerken worden door hun niet gedreven. Veele staan, als Nairiers, in des Konings krygsdienst; zy oefenen zich zeer in derzelver taal, en zyn zeer geacht. Hunne Vrouwen leeven zeer afgezonderd. Zy houden zeer vast aan hunne begrippen en gebruiken; echter kan een prediker en Missionaris hen, door zachtheid, nog al winnen, en tot vereeniging met de Katholyke Kerk overhaalen. Iedere Gemeente maakt zeker soort van kleine Republiek uit. Zy regeert zichzelve door vier Gedeputeerden, die zy jaarlyks daartoe benoemen. De beslissing van geschilzaaken geschiedt by de kerkdeur. De Bisschoppen kunnen, buiten weeten der Gemeenten, geene orders, geene absolutie van Kerkelyken ban, of suspensie uitdeelen. Met de Katholyken willen de Thomas-Christenen weinig te doen hebben. De Priesters en 't Volk beiden zyn onweetend. Men hoopt nog al op verbetering, door het Seminarium, welk de Propaganda 'er vóór eenigen tyd gesticht heeft. Het gemeene volk heeft zeer veel op met de Syro-Chaldeeuwsche taal. Zoo lang de Jesuiten 'er hun werk van maakten, hen te onderwyzen, ging alles wel; maar van dien tyd af, dat zy daarin nalaatig zyn geworden, van 't jaar 1632 af, begon alles te verloopen. In 1653 ontstond de scheuring, waardoor sedert 14 Gemeenten en 25 Kerken zich aan de Chaldeeuwsche, uit Turkyen overgekomene, Bisschoppen hebben onderworpen. Alle de afgescheurde Gemeenten behooren tot de Monophysiten; zy loochenen het Vagevuur, de zaligheid der Vroomen vóór den dag des oordeels, en het primaat van den Paus, in wiens plaats zy den Patriarch van Antiochien voor hun Opperhoofd erkennen. Zy verwerpen het Concilie van Chalcedon, en de vereering der Beelden: schilderstukken | |
[pagina 115]
| |
zyn by hun wel geoorloofd. Zy leeren verder, dat de zielen der afgestorvene vroomen en godloozen, tot op den oordeelsdag, in een aardsch paradys blyven; dat de Mis met ongezuurde brooden onwettig is, en dat by den Doop warm water moet gebruikt worden: met één woord, zy koesteren alle de byzondere begrippen der afgescheurde Grieken en Armeniers, en daarenboven veele Asiatische en Malabaarsche bygeloovigheden. De Bisschoppen veroorloven hun alles, om ze maar in bedwang te houden. Onder de Thomas-Christenen zyn twee stammen of classen, die Tecumbavere en Vadecumbavere heeten. Zy bejegenen elkander met onverschilligheid, gaan wel in dezelfde Kerk, maar hebben onderscheidene Leeraars; ook trouwen zy niet onder elkanderen, dewyl de eene party zich edeler acht dan de andere. De Tecumbaveriers hebben, alles samengenomen, 7 tot 8 Kerken. De Vadecumbaveriers zyn veel talryker en meer vermogend. Onder de Katholyken en Afgescheurden ontstaan telkens oneenigheden, terwyl de eene party zich boven de andere wil verheffen. Over de vereering der afgestorvenen denken de Thomas-Christenen ongeveer eveneens als de Malabaaren, en zy volgen soortgelyke bygeloovige gebruiken. Wanneer een der oude Christenen sterft, begeeven zich de naaste bloedverwanten by het lyk, eer het uit 't huis gedraagen wordt, en werpen zich voor hetzelve op het aangezicht ter neder. Na de begraafnis vallen zy ook op de knieën, met het hoofd tegen den grond, alsof zy den afgestorvenen nog wilden aanbidden; maar vooraf leggen zy denzelven doorgaans een kruis op 't hoofd. Een Missionaris heeft hen zelf, by de begraafnis van een Leeraar, hooren zeggen: bidt het hoofd van den gestorvenen aan. VI. Van Atta en Pegu. In Atta zyn de Missionarissen Clerici regulares S. Pauli. Het getal der Christenen in dit Ryk is ongeveer 11000 (of 12000) zielen. 'Er zyn aldaar maar vier Missionarissen, van welken twee een Seminarium bestieren, van omtrent 50 jonge lieden. In de Hoofdstad Ava zyn 300 Christenen. - De Zending van Pegu behoort tot de Franciscaners. In 4 Steden vindt men Christenen; echter meestal Vreemdelingen. VII. In Congo verkiest de voornaamste Edelman met zyne Orde den Koning, die wettig geboren, en een | |
[pagina 116]
| |
Christen zyn moet, en wel beurtelings uit de beide Familien quinpanzo en quimulaza. Deze Edelman is in hooge eer. Hy noemt zich Heer van 't Land en 's Konings Grootvader, en heeft twee kroonen, eene van welke hy, nadat de keus gedaan is, van het hoofd neemt, en den Koning opzet. Zoodra de keus bekend gemaakt is, stelt hy den Koning aan den eersten in rang onder de Missionarissen voor, opdat deze de gedaane keuze met zyne goedkeuring bekrachtige, en den Candidaat voor den Throon tot de biegt en communie voorbereide. Deze komt dan, met zyne Vrouw, ter Kerk, biegt en communiceert; en dan eerst verzoeken de kiezers den Munnik, hem den eed af te neemen, en in het bezit der Koninglyke waardigheid te stellen. Dit geschiedt dan met veele plechtigheden. De eerste Edelman houdt hem, in eene lange redevoering, zyne plichten voor; de anderen maaken hem opmerkzaam op ingeslopene misbruiken, die hy behoort af te schaffen. De Superior (de eerste in rang onder de Missionarissen) geeft hem de teekenen der Koninglyke waardigheid en rykssieraadien over, en laat hem drie eeden zweeren: 1) Zynen onderdaanen geene afgodery of bygeloof te veroorloven, waarby inzonderheid de vuurproef met gloeiend yzer genoemd wordt; en om van de Eucazza (een bittere bast van zekeren boom, die, in kleine hoeveelheid gebruikt, een heilzaam braakmiddel is, maar te overvloedig genomen den dood veroorzaakt) geen gebruik te maaken. 2) Aan de Katholyke Leer getrouw te blyven. 3) Met den Koning van Portugal vrede te houden, en denzelven overal de handen vry te laaten. Wanneer hy dit knielend heeft bezworen, leidt hem de Superior naar den throon, en laat hem zich daar op den Koninglyken zetel plaatzen. In 't Jaar 1775 waren in Congo twee Koningen. De eene, met naame Don pedro V, was afgezet, en de andere, Don alvaro XI, regeerde in zyne plaats. Uit vrees voor den oorlog in 1764, vlood de eerste, met zyn aanhang en gemaalinne, naar de rots Inzondo, eene door de natuur gemaakte vesting, die onverwinnelyk is, en tot welke men door eene naauwe, byna een Italiaansche myl lange, engte opklimt. Daardoor komt men op eene met rotzige wanden omringde vlakte, die van eene vischryke beek doorsneden is, en vier Italiaansche mylen heeft in den omtrek, wel voorzien van toereikende ak- | |
[pagina 117]
| |
kervelden. Daar heeft hy een voegzaam verblyf voor zich en zyne aanverwanten laaten bouwen, en kon niet besluiten, deze veilige wykplaats weder te verlaaten; waarom men Don alvaro XI in zyne plaats tot Koning koos, die ook weldra, na eenige onrustige beweegingen, in de ongestoorde bezitting is bevestigd. Zyn Hof bestaat uit 35000 menschen, alle Christenen. Volgende Landen zyn aan zyn ryksgebied onderworpen: 1) Mocundo, altyd geregeerd door eene Christinne, wier onderdaanen alle Christenen zyn. De naam der Koningin was destyds Donna christina di quimulaza. 2) Lemba, een groot Ryk, dat voormaals alleen bestond uit Christenen, maar thans ook, door gebrek aan Missionarissen, wel voor de helft uit Heidenen. Alhoewel de Koning reeds vóór veele jaaren is gestorven, zegt men nog altyd, dat hy slechts krank is. Het paleis wordt door Heidenen bewaakt, die zich, indien 'er maar Missionarissen waren, gaarne zouden laaten doopen. 3) Oando, mede een Ryk, dat door Vrouwen bestierd wordt. De laatste Koningin, waarvan men berichten heeft, heette Donna violanta manizomba emlaza castello bianco. Haare onderdaanen zyn grootendeels Heidenen; en, zoo veele 'er tot het Christendom zyn overgekomen, ook by uitneemendheid bygeloovig. Allen zyn vol verlangen naar Missionarissen. Een enkele Monnik heeft 'er in weinig tyds 9000 gedoopt, doch maar één paar getrouwd. Veelen van dit volk eeten menschenvleesch; in 't byzonder vermaaken zy zich met het vleesch van hunne, in den kryg gesneuvelde, vyanden. Zy hebben het Hof van Congo verwoest, en zelfs de Kerk met een aanhoorig gebouw verbrand. Deze vier Ryken (dat van Congo medegerekend) hebben veele Provintien met Europaeische titelen, Hertogdommen, Vorstendommen, Marquisaaten; en wel de volgende met naame: 1. Zombo. Hier dryft men grooten handel met Europaeanen, inzonderheid met de Portugeezen, door het inruilen van wapenen en waaren tegen slaaven. De inwooners zyn grootendeels gedoopt, maar hebben geen Leeraar, en leeven in de grootste onkunde. 2. Sogno; ook zeer uitgestrekt. Het bevat veele, rykelyk bevolkte, en vruchtbaare Eilanden. Byna alle | |
[pagina 118]
| |
inwooners zyn Christenen. De Vorst michaël de castro de sylva houdt hier, als Koning van Congo, een pragtig Hof. Men telde hier van ouds 11 Kerken. 3. Mugetto, een klein en niet zeer volkryk Land van ongeveer 10000 inwooners; doch zeer vruchtbaar. Byna allen zyn gedoopt. 4. Bamba Cubotta. In deze Provintie heeft men de rots, waarin pedro V gevlucht is. Zy bevat 200000 inwooners, alle Christenen, en grenst aan het meir. 5. Bamba Congo; groot en boschryk. Men vindt 'er veele olyphanten en wild. De Vorst en het Volk zyn zeer wel gezind voor de Christenen. Ook deze Provintie grenst aan het meir, en bevat 300000 inwooners. 6. Pemba, heeft 250000 inwooners, alle Christenen. 7. China, vol Dorpen, Steden en menschen. De volksmenigte bedraagt over de 40000Ga naar voetnoot(*), waaronder slechts weinige Christenen geteld worden. Het Land wordt geregeerd van twee bygeloovige Vorsten. Het Volk is zeer bigottisch. Men heeft 'er veel op met eene Godheid Marunda, wier beeldtenis zelfs onder de slaaven ten geschenke uitgedeeld wordt. 8. Ambuella, voorheen meest Heidensch, door gebrek aan Priesters. De inwooners onderhouden de Besnydenis. Zy maaken zich huizingen in de bosschen, daar zy doorgaands sterven, en hunne toekomstige herleeving verwachten. Zy bidden den Duivel aan, en dryven allerlei bygeloof. Een der laatste Missionarissen heeft 'er veel goeds gesticht; in twee jaaren tyds is eene groote menigte tot het Christendom overgebragt. Men telt 'er reeds 250000 Christenen. 9. Zembo, 150000 inwooners, meestal Christenen. Zy dryven een grooten handel in Negerslaaven met de Franschen. 10. Dambola, bestaat alleen uit Christenen, doch is niet zeer volkryk. 11. Laonica, groot en uitgestrekt; het grenst aan Angola. De inwooners maaken, even als die van Dambola, veel werk van de visschery, en zyn alle Christenen. Zy maaken een getal uit van meer dan 100000. 12. Bolca, ver van het meir en uitgestrekt. De Vorst is zeer magtig; hy heeft 500000 onderdaanen, alle | |
[pagina 119]
| |
Christenen. 'Er is in dit Land een groote Jaarmarkt, geduurende welke een verbaazende handel wordt gedreven. 13. Manga, doorsneden van de rivier Lopa, die veel visch en rivierpaarden bevat. De inwooners, ten getale van 200000, zyn voor het grootste gedeelte, door gebrek aan Priesters, ongedoopt. 14. Sompi en Matari bevat 50000 menschen, alle Christenen; een elendig Land, vol bosschen en wild gedierte. 15. Ehibango, een ryk en magtig Koningryk. Voorheen waren 'er Kloosters van vierderlei Ordes; thans behoort het aan het Ryk Enquezze. Het Volk, bestaande ongeveer uit een half millioen, is Christelyk en goed. Echter zyn veelen, door gebrek aan Missionarissen, nog niet gedoopt. 16. Ensundi, een zeer groot Land van 800000 menschen, die maar verlangen naar Missionarissen, om gedoopt te kunnen worden. 17. Embatta, voormaals vol Christenen; in den tyd van 45 jaaren was hier geen Priester geweest; en toen 'er eindelyk een Missionaris kwam, wierden weldra 50000 kinderen gedoopt. Men kan het getal der inwooners op 500000 rekenen. 18. Quiva, bevat 100000 menschen, alle Christenen. 19. Cuchetto, wordt van eene Vrouw geregeerd. Hier is een Hospitium. Het Land kan gerekend worden op 100000 menschen, alle Christenen. 20. Oembo, een magtig Land, welks Vorst ook groote rechten heeft aan het Hof te Congo. Hy zelf en alle zyne onderdaanen (200000) zyn Christenen. 21. Locunga. De Vorst heeft by den Koning van Congo zyne plaats naast den voorgaanden. Men rekent zyne onderdaanen op 90000, alle Christenen. 22. Insonia di Lukenga, heeft achting voor de Christenen, maar 'er is nog niemand gedoopt. Het geheele Ryk Congo bevat ongeveer 6 millioenen inwooners. Allen zouden Christenen zyn, byaldien de Missionarissen slechts meer werk van dit Volk maakten. Een enkele heeft meer dan 70000 menschen gedoopt. |
|