| |
Iets, over het eiland Ceilon. Door J. Hafner.
(Vervolg van bl. 630 des voorigen Jaars.)
Men moet de tegenspoeden en verliezen, het verval van Handel, en andere onheilen, die de Nederlandsche Oost-Indische Maatschappy zedert lang, en voornaamelyk in den voorigen en deezen Oorlog, heeft geleden, hoofdzaakelyk toeschryven aan de onverschilligheid of achteloosheid, die 'er in het verkiezen en aanneemen haarer Indische Dienaaren heeft plaats gehad. Dit is de bron, waaruit alle haare wederwaardigheden zyn voortgesprooten; een der grootste misbruiken, die 'er zedert veele jaaren in haar bestier hebben geheerscht. Het is bekend, dat 'er zeer weinigen, ja ik durf zegeen byna niemand na de Indiën gaat, dan met de hoop en het vaste voorneemen om 'er zyn fortuin te maaken; dat is te zeggen, binnen den kortst mogelyken tyd, met schatten belaaden, na Europa terug te kunnen keeren. Men vindt, wel is waar, on- | |
| |
der deeze fortuinzoekers, eerlyke en braave lieden, die door onvermydelyke tegenspoeden en ongelukken, onverdiende rampen en onrechtvaardige vervolgingen, genoodzaakt zyn, in gindsche Gewesten een toevlucht en zekerheid te zoeken; of zoodanigen, die, schoon met het zelfde voorneemen als de anderen bezield, het echter niet ten koste der Maatschappy zouden willen doen, en hun leven gewillig voor haar welzyn en belangen zouden opofferen. Doch verre het grootste getal bestaat uit Ligtmissen en Debauchanten, die wegens hun slecht gedrag uit de eerlyke zamenleeving zyn uitgestooten, en door hunne meestal vermogende ouders of vrienden na de Indiën worden gezonden, om aldaar, dwaas en verkeerd begrip! hunne zeden te verbeteren; of uit Bankroetiers en geruïneerde Kooplieden, die 'er hunne bedorvene en vervallene zaaken weder hoopen te herstellen; uit voornaame Misdaadigers, die het gerecht ontvlieden; en uit een groot aantal Jongelingen, Zoonen uit aanzienlyke Familien, die allen, door kuiperyen, door vrienden en voorspraak, óf reeds hier in bedieningen en posten voor ginds wierden aangesteld, óf zoodanige krachtige
recommandatien en aanschryvingen wisten te verkrygen, die hen, by hunne aankomst aldaar, van eenen lucrativen post verzekerden, tot nadeel van den yverigen en deugdzaamen Dienaar, die, na veele jaaren ploegens, het, op zyn best, tot Boekhouder, met ƒ 30 gagie per maand, kan brengen, 't welk het non plus ultra van alle niet gerecommandeerden is, of van de geenen, die geen vrienden of voorspraak hier of ginds hebben. Zoodanig slag van volk was het, die deeze Republiek jaarlyks by menigten aan Indias oevers uitbraakte, en die, allen door dezelfde zugt, om zich te verryken, gedreeven, naar deeze eertyds gezegende Landen ylden, als naar een algemeenen roof. Kan men zich nu van zoodanige lieden, wanneer zy tot aanzienlyke posten worden verheven, het geen hun door de aanbeveeling, voorspraak of kuiperyen hunner vrienden in Europa zelden mist, trouwe en dapperheid belooven? Kan men verwagten, dat lieden, wier eenigste doel is om in Indiën geld te zamelen, om met luister weder na hun Vaderland terug te keeren, zich zullen blootstellen om hunne t' saamgeschraapte schatten op eenmaal door den kans des oorlogs weder te verliezen, of, door het uithouden van een beleg, gevaar willen loopen, door een verbitterden vyand geplunderd te worden? Zullen zy niet liever die schatten, zoo wel als hunne eigene dierbaare levens, door eene Capitulatie verzekeren, en de hun aanbetrouwde Forten en Plaatzen goedschiks aan den vyand overgeeven? Dit moet men verstaan van de geenen, die reeds geld genoeg hebben, en haast vermeenen te repatrieeren. Van hen, die nog geene gelegenheid gehad hebben om zich te verryken, of nog niet genoeg hebben voor den staat, dien zy in Europa wenschen te
| |
| |
voeren, moet men verwagten, dat zy niet tegen verraad en omkooping zullen bestand zyn. En hieruit kan men nu opmaaken, van waar het komt, dat onze Etablissementen in de Indiën telkens zonder slag of stoot aan den vyand werden overgegeeven; het geen by elken Oorlog, dien wy met de Engelschen in het vervolg mogten hebben, weder zal gebeuren, indien men in de keuze der Dienaaren niet omzigtiger is - In een Weekblad, dat ik voorneemens ben binnen kort uit te geeven, zal ik over alles, wat tot de Indiën betrekking heeft, breedvoerig handelen; van alle de fouten en misbruiken, die 'er in het bestier van 's Comp. Etablissementen, zoo in Europa als in gindsche Landen, hebben plaats gehad; van de misdryven en ongerechtigheden, aan welke haare Dienaaren zich ginds schuldig maaken; alsmede van de verschillende Volken, die deeze uitgestrekte Gewesten bewoonen, derzelver Gewoonten, Zeden, Godsdienst, Historie, enz.; de Planten, Gewassen, Tempels, en van alles wat vreemd en nog niet bekend is, en door my, geduurende myn drie-en-twintigjaarig verblyf in die Landen, naauwkeurig onderzogt is.
Thans zal ik den Leezer met de Vestingen en Steden der Nederlanderen in de Indiën bekend maaken. - Colombo is hunne Hoofdstad aldaar geweest. Zy ligt in het Koningryk Cotta aan de westlyke zyde van het Eiland, en wierd, na een beleg van zeven maanden, in 1556, door de Hollanders, onder het beleid van gerard hulft, de 'er voor sneuvelde, en met behulp van den Koning van Condé ouda, op de Portugeezen veroverd, die 'er wonderen van dapperheid betoonden, en dezelve (niet dan nadat hunne maar zwakke bezetting byna gantschelyk door het zwaard en hongersnood gesmolten was) by Capitulatie overgaven. Deeze Stad is zeer volkryk, welgebouwd, met breede straaten en nette huizen; zy is omringd met fraaije laanen en wandelwegen; doch de reede is onveilig en aan de Noordweste-winden zeer blootgesteld; het Land van haare Dessavony, of Jurisdictie, is buitengemeen vruchtbaar, en levert veel en zeer goede Kaneel.
Het Kasteel van Colombo is omringd van eene breede gragt, en heeft een bedekten weg en glacis. Wel bezet en verdeedigd wordende, zou het niet dan zeer bezwaarlyk kunnen bemagtigd worden, ten minsten zou het een lang beleg kunnen uithouden en den vyand veel volks kosten; ook is het niet alomme te genaaken, dewyl het van eene zyde door een Meir beschermd is, en van eene andere door de Zee. - In het Jaar 1782 was men bezig 'er nieuwe Werken by te voegen en de oude te herstellen. Een geweezen Chirurgyn, met naame rymers, was een der voornaamste bestierders en Ingenieurs. Ik wil veronderstellen, dat de reparatie en aanbouw aan deeze Vesting ondernomen wierd met oogmerk om zoo veel te meer wederstand te kunnen bieden by
| |
| |
eenen aanval door de Engelschen; hoewel anders het repareeren en bouwen van Fortificatien en Werken een der groote middelen is, waarvan men zich in Indiën bedient, om de Compagnie te plukken; en dewyl men na zulke gelegenheden zeer greetig is, en ze niet vrugteloos voorby laat gaan, neemt men gemeenlyk die van een aanstaanden of gevreesden Oorlog waar, om zich quasi in staat van verdeediging te stellen; en om dit wel te doen, moet men immers de verwaarloosde Vestingen verbeteren, of nieuwe Werken aanleggen, het geen een ieder bekend is, dat niet zonder buitengewoone kosten kan geschieden. - In het Jaar 1782 wierp men voor Negapatnam, met verbaazende kosten, eene Linie van Defensie op, die zich tot aan Naoer uitstrekte, en tot welker behoorlyke bezetting men wel driemaal zoo veel volk noodig zou gehad hebben, als men toenmaals kon byeenbrengen. Deeze Linie, die, zoo als men voorgaf, dienen moest, om de Engelschen, die de Stad met een beleg dreigden, te stuiten en af te keeren, doch eeniglyk maar opgeworpen wierd om met 's Comp. penningen de zakken te vullen, werd, zonder byna een schot te doen, door den vyand ingenomen, die zich, mede in een zeer korten tyd, en byna met dezelfde gemaklykheid, ook van de Stad meester maakte; schoon haar Guarnisoen de Engelsche magt ruim tweemaal in getal te boven ging.
Na Colombo volgt Gale, of Punto Gale. Deeze Stad ligt in het vruchtbaar Regentschap Maturé, ten oosten van Colombo. Zy wierd in 1640 door w. koster op de Portugeezen veroverd. Door haare buitengemeen voordeelige ligging en natuurlyke sterkte zou men haar met weinig kosten onwinbaar hebben kunnen maaken. Alle vaartuigen, die 'er ankeren willen, kunnen door het Fort bestreeken worden, en moeten hetzelve passeeren. De Haven, die zeer schoon is, en waarin de grootste Schepen veilig kunnen liggen, is bovendien moeijelyk en gevaarlyk om in te komen, wegens de menigvuldige klippen, die zich voor den ingang van dezelve bevinden, waarvan 'er zelfs veele blind zyn, en op welke men, om derzelver plaatzen te kennen, vlaggetjes heeft gesteld. Men kan dus, voornaamelyk met groote Schepen, deeze Haven zonder een Loots niet inzeilen. - Alle de goederen en producten van het Eiland zond men na Gale, omdat de Schepen, na Europa bestemd, daar gelaaden wierden. Deeze Stad dient mede tot bescherming van de Zuidelyke Kaneellanden.
Negombo is wel een klein, doch tamelyk sterk Fort, mede door de Portugeezen gebouwd; gelyk alle Vestingen van aanbelang op dit Eiland. Philip lucas ontnam het hun in 1640. Het ligt omtrent vyf mylen van Colombo. Hier vond ik de soldaaten, die het guarnisoen uitmaakten, in stede van het Fort te bezetten, in de Dorpen verspreid, waar ze in Casies,
| |
| |
of hutten, woonden. Dit was het geval met meest alle de Vestingen en Posten langs de kusten van dit Eiland, die men alleen aan kraaijen en uilen overliet, en welker wyd openstaande poorten met gras en onkruid begroeid waren. Men oordeele dus van de militaire discipline, en uit het volgende staaltje van eenigen der Commandanten deezer Vestingen.
In myne reize door Ceilon my een paar dagen te Negombo ophoudende, wierd ik van den Commandant deezer plaats ter maaltyd genoodigd, die my openhartig en met een zoort van roem verhaalde, dat hy in Europa Koksknecht was geweest, en te Colombo, by den Gouverneur falk, in hoedanigheid van Opziender zyner keuken, en vervolgens als Hofmeester, had gediend, en dat gemelde Gouverneur hem, ter belooning van zyne getrouwe en gewigtige diensten, tot Commandant van Negombo had verheven. - Men zou kunnen vraagen, hoe het mogelyk is, dat men een man, wiens bezigheid niets anders was geweest dan eeten te kooken en eene tafel aan te richten, en die mogelyk nooit een snaphaan afgeschoten heeft, en, gelyk ik ondervond, niet de minste krygskunde bezat, tot Commandant van een Fort kon aanstellen; en beweeren, dat men ten minsten hoogst onvoorzigtig handelde, met hem het opperbevel deezer plaats in tyd van oorlog te laaten behouden, wanneer men in gestaage vrees voor eenen aanval of landing der Engelschen was. Hierop weet ik niets, of zeer veel, te antwoorden. De Leezer behoort echter te weeten, dat dergelyke verbaazende, of, zo men wil, schandelyke bevorderingen, by de Hollandsche Maatschappy in de Oost zeer gemeen zyn. Ik zou 'er eene groote menigte van kunnen verhaalen, waarvan ik zelf ooggetuige was; als, by voorbeeld, hoe de Gouverneur van Negapatnam, r. van vlissingen, zynen Koetzier, een geweezen Boereknecht uit het Holsteinsche, van den bok der Koets voor de Raadzaal deed afstappen, en hem, nog met zyne Koetziers liverei bedekt, aan de daarby geroepene Officiers van het guarnisoen als Luitenant voorstelde, die ook allen om het zeerst hem geluk wenschten en in hun Corps aannamen. Men kan hieruit tevens opmaaken, hoe veel het militaire point d'honneur in Indiën met dat in Europa verschilt!
Om nog iets van Negombo te zeggen; deeze plaats is vermaard wegens de Kaneelbosschen, die in derzelver omtrek liggen, en die de beste en fynste Kaneel van geheel Ceilon opleveren. Het land is mede van eene verrukkende schoonheid en vruchtbaarheid, met eene Rivier en veele heldere beekjes doorsneeden, en als bedekt met Topen, of boschjes, van Cocosboomen, van welker bast veel Caayer, of Touw, gemaakt, en alomme verzonden wordt.
Na Negombo volgt Poetelan of Portalong, de laatste Zeeplaats, die de Keizer van Ceilon bezat, en die men hem mede
| |
| |
afhandig wist te maaken, om meester van het Zout te worden, dat 'er in menigte gevonden wordt; door welk middel men hem geheel na zyne hand zette. Het Fort van Poetelan is mede door de Portugeezen gebouwd, en nog in een redelyk goeden staat; doch, zoo als ik reeds gezegd heb, het wordt, gelyk alle andere, nooit bezet. Toen ik 'er doortrok, woonde 'er eene Fransche Dame met haare Dochter in, aan welke men het geheele Fort had overgelaaten. Op Poetelan worden veele inlandsche Vaartuigen gemaakt, en het levert veel Areek. Vlak tegen over hetzelve is het Eiland Calpette. - Nu volgt Chilaw, mede eene Vesting door de Portugeezen gebouwd, doch geheel vervallen; het is een post van gewigt; dezelve ligt by de Rivier van dien naam, in het Landschap Medampé, dat vol van wildernissen is, en dus zeer weinig bevolkt. - Dan komt het Eiland Manaar, of Manoer, beroemd in de aloude Indiasche Geschiedenissen en den Ramayon: het was daar, dat ram zyn hoofdkwartier had, toen hy rabon beöorloogde. Dit Eiland is omtrent vier mylen lang en twee breed; 'er zyn drie aanzienlyke Dorpen op hetzelve, en verscheidene Gehugten; het is met een Schans voorzien, en de Vesting, die aan de oostzyde ligt, is sterk, en in een goeden staat. De Portugeezen bezaten het tot in 1658, toen het hun door ryklof van goens wierd afgenomen, nadat hun Gouverneur antonio de menezes en antonio mendez, zyn Hoofdman, het met hunne zwakke bezetting op eene allerdapperste wyze hadden verdeedigd tegen eene overmagt van negen Schepen en vyftienhonderd man, en 'er beiden sneuvelden. Hier was de eerste Paarlvisschery, op de banken, de Kandabische genaamd, die by Manaar en Aripo liggen; op welke laatstgenoemde
plaats mede een klein Fortje is, doch gantschelyk vervallen.
Na Manaar volgt Ponnoryn, mede een klein vervallen Fortje. - Doch ik zal my, in de korte Beschryving van dit Eiland, niet ophouden by alle de kleine Fortjes en Posten, die de Hollanders 'er gehad hebben; maar alleen hunne voornaamste Plaatzen en Vestingen aanhaalen.
Hieronder kan men met recht Jaffanaepatnam rekenen, door de Portugeezen eertyds Nossa Senhora de Milagri geheeten, naar een miraculeus Lieve Vrouwen-beeld, waarvan de Kerk nog staat. Deeze Stad ligt in het vruchtbaar Landschap Jaffanapatnam, dat voortyds een Koningryk was, en door zyne eigene onafhangelyke Koningen wierd geregeerd; men rekent het zestig mylen in omtrek te hebben; het is een Schier-eiland, aan Ceilon door een smalle strook lands gehegt, en wordt verdeeld in vier Provincien; Welligamme, Warmouratie, Tinnenoer en Padshiapalam. Ryklof van goens ontnam het den Portugeezen in 1651, na eene belegering, die by de vier maanden duurde, en waarby over de agttienhonderd man sneu- | |
| |
velden. Het is zeer volkryk en vruchtbaar, vol Dorpen, waarvan 'er veele zyn, die eene Kerk hebben; ook zyn de meeste Inwooners, behalven de Wanniahs, Roomsche of Protestantsche Christenen, welker getal in 1782 ruim 190,000 bedroeg.
De Stad Jaffanapatnam, die de Hoofdstad van dit Ryk is, is op den oever der Rivier of 't naauw van Kaïtz gebouwd, dat geformeerd wordt door de twee Eilanden Caradiva en Ouratour, of Amsterdam en Leyden genaamd. Dit naauw of straat is echter geheel ondiep, zoo dat gelaadene kleine Vaartuigen niet dan met moeite aan de Stad kunnen komen. In het midden deezer Rivier of Straat is een klein Eilandje, welks gantsche omtrek een Fortje bevat, door de Portugeezen gebouwd, van hun genoemd Reïl, en van de Hollanders Ham en Hiel, ter oorzaake dat, het Eiland Ceilon de gedaante van een Ham hebbende, dit Eilandje, gantsch aan 't einde liggende, als 't ware, de Hiel 'er van is. Het Kasteel van Jaffanapatnam ligt eenige honderd schreden van de Stad, is regelmaatig gebouwd, met eene gragt omringd, en in staat om zich lang te kunnen verdeedigen. Zulks was men echter in het Jaar 1782, toen ik 'er woonde, niet voorneemens; dewyl ik zeker weet, dat de Capitulatie tot deszelfs overgave reeds door den Commandeur raket in gereedheid gebragt was, in gevalle de Engelschen een kans op Jaffanapatnam hadden gewaagd; het welk zy ook weezenlyk voorneemens waren, op eene onfeilbaare wyze, uit te voeren, door eene landing by Punto Pedra te doen, en te gelyker tyd met Chialengen en andere platboomde Vaartuigen het naauw van Kaïtz op te vaaren, en dus de Stad van twee zyden te gelyk aan te tasten. De Engelsche Regeering van Madras, dit plan aan haaren Generaal monro, die toen met zyn Leger by de Pagode of Tempel van Chelimbram lag, willende doen toekomen, en hem de uitvoering daarvan opdraagen, wierd my, door een zonderling geval, te breed om hier op te haalen, de bezorging
van hetzelve opgedwongen; beloovende my echter Lord macartney, toen Gouverneur van Madras, by handtasting en op zyn woord van eer, niet alleen 1000 gouden pagoden, of omtrent ƒ 5000, indien ik het paket brieven, waaronder, gelyk ik naderhand vernam, ook dit plan zich bevond, aan gemelden Generaal monro zelf, of te Tranquebaar, aan den Engelschen Agent aldaar, overhandigde; maar dat hy, macartney, alsdan ook verder voor myn fortuin zou zorgen. Deeze aanbieding en beloften, hoe schoon en aanzienlyk ook, konden echter op de warme Vaderlandsliefde, waarmede ik altoos ben bezield geweest, niet den minsten indruk maaken. Ik oordeelde het niet alleen eene schandelyke en oneerlyke daad te zyn, de overbrenger te weezen van brieven, die waarschynlyk plannen en bevelen tot nadeel myner Natie en haare Geallieerden, de Franschen en tip- | |
| |
poe saheb, behelsden; maar ik verheugde my, gelegenheid te hebben, myne verknochtheid en trouwe aan het Vaderland, door de vrywillige opoffering van zoo veele voordeelen, aan den dag te leggen, en mogelyk, door deeze daad, de aanslagen der Engelschen tegen de Bezittingen der Maatschappy en haare Geallieerden te hebben verydeld of bekend gemaakt. Schoon ik toenmaals deezen dienst, benevens nog twee andere van niet minder gewigt, alleen, gelyk gezegd is, uit zuivere Vaderlandsliefde, en zonder eenige hoop op, of begeerte na belooning, verrigtte; vond ik, zedert de Revolutie, my echter hier te Lande in omstandigheden, die my verplichtten, gemelde diensten, tot staaving van een te doen verzoek, aan te haalen en bekend te maaken. Doch ik had het niet gering verdriet, te zien, dat dezelve by een zeker Collegie alhier in geen de minste aanmerking kwamen, en dat men het geene, waarom ik herhaalde keeren had verzogt, aan Jongelingen, of aan Lieden gaf, die der Maatschappye nimmer van eenigen dienst waren
geweest, en geene andere verdienste hadden, dan Familie, Vrienden of Voorspraak, die, gelyk ik nu heb ondervonden, hier zoo wel als in Indiën de voornaamste vereischten zyn om wel te slaagen. - Doch, om weder myn Verhaal te hervatten; ik besloot dan, het paket brieven, dat Lord macartney my had opgedrongen, in stede van het aan den Generaal monro of den Engelschen Agent te bezorgen, te Pondicherry aan het Fransche Gouvernement af te geeven; gelyk ik ook deed, hoewel met het uiterste gevaar van myn leven; overhandigende ik hetzelve aan den Heer de salmiac aldaar. Om kort te gaan, het was uit deeze brieven, dat de Fransche Generaal de suffren kennis van de voorneemens en aanslagen van het Engelsche Gouvernement te Madras kreeg, en in staat wierd gesteld, deszelfs ontwerpen, en voornaamelyk het plan om Jaffanapatnam by verrassing in te neemen, te verydelen, welks verlies niet alleen, mogelyk toen ter tyd reeds, dat van geheel Ceilon hadde kunnen na zich sleepen, maar den gantschen kans des Oorlogs (die gemelde Admiraal met zoo veel dapperheids en glorie tegen de Engelschen in Indiën voerde) doen verkeeren, en hem genoodzaakt, zich, vóór den Mousson, van de kust te verwyderen, en na Mauritius met zyne Vloot te stevenen, om aldaar te overwinteren; het welk alle onze nog overige Bezittingen in de Oost ten prooije aan den onderneemenden Vyand zou hebben gelaaten.
Na Jaffanapatnam volgt Trinconomale, of Tricoenmalley, het welk beteekent de Berg van Tricoen, naar den naam van eenen beroemden Tempel of Pagode. Deeze plaats is van de grootste aangelegenheid in Indiën; dit weeten de Engelschen maar al te wel, en is de reden, dat zy zoo halstarrig de teruggave van Ceilon weigerden. Het ligt omtrent 35 mylen van Jaffanapatnam, in de vrugtbaarste en heerlykste
| |
| |
Landstreek van het gantsche Eiland, en is een der schoonste Havens of Baaijen van geheel Indiën, dewyl 'er over de honderd Schepen voor alle stormen zeker kunnen liggen; zy is door hooge Bergen en sterke Forten omringd, welke den ingang, die buitendien naauw is, voor eene vyandlyke Vloot onmogelyk maaken. Doch de bezuiniging, waarover de Gouverneur Generaal mossel zulk eene lange Memorie heeft geschreeven, die meestal op verkeerde voorwerpen strengelyk wordt uitgeöeffend, en der Maatschappy in 't algemeen geen penning voordeel, maar onnoemelyke schade heeft aangebragt, is mede oorzaak, dat men dezelve van de landzyde niet genoeg heeft bevestigd; van welken kant de Engelschen zich ook, in het jaar 1781, met geringe moeite van die plaats en 's Compagnies Schepen, die in de Baai waren, meester maakten; en op welke wyze de Admiraal de suffren hun dezelve, kort daarna, (op den 30 April 1782) eer zy 'er zich konden versterken, (als hebbende 'er alleenlyk 380 man gelaaten) weder ontnam.
Daar de Engelschen nu in het lang gewenscht bezit van Trinconomale zyn, zullen zy ongetwyffeld die plaats met geringe kosten (gering in vergelyking van het gewigtig voordeel, dat zy 'er door zullen verkrygen) onwinbaar maaken. Hunne Schepen behoeven nu niet, gelyk voorheen, na het verafgelegene Bombay voor den naderenden Mousson te vlugten. Zy behoeven nu niet meer te vreezen, genoodzaakt te kunnen worden, hunne Bezittingen bloot te geeven, of in gevaar van, geduurende het afzyn hunner Vloot, vermeesterd of uitgehongerd te worden. Zy kunnen nu, (voornaamelyk na den val van tippoe saheb, en als bezitters van de gantsche Kust van Coromandel en Orixa) uit hunne zekere schuilplaats in Trinconomale, alle de poogingen hunner Europische vyanden verydelen, die, nergens eene versterkte plaats of zekere haven hebbende, om hunne troepen ter ververschinge aan land te zetten, of het onguure Jaargetyde te laaten voorbygaan, welhaast door den stormenden Mousson verplicht zullen zyn, verre weg te vlieden, en, ware het ook dat zy eenige voordeelen hadden behaald, dezelve wederom te verliezen. Dit is, onder veele andere, het voornaamste doelwit, dat zy door het bezit van Ceilon beoogd, en tot myn leedweezen bereikt hebben: want schoon zy onze Vrienden geweest zyn, en nu weder zyn, zullen zy echter altoos, gelyk voorheen, de Vyanden van onzen Handel blyven, (ten minsten in de Oost) dien zy op alle mogelyke wyzen zoeken te verhinderen en te benadeelen, waarvan ik eene menigte voorbeelden en bewyzen zou kunnen bybrengen; en het is om die reden, zoo wel als wegens hunne onbepaalde en onverzadelyke heb- en heerschzugt en hunne dwingelandy en trotschheid in de Indiën, dat ik altyd heb gewenscht en ge- | |
| |
hoopt, dat hunne magt in die Landen, waarmede zy alles onderdrukken en verzwelgen, door de Fransche Natie, als die 'er alleen in staat toe zoude
zyn, mogt worden gefnuikt en verminderd; 't welk nu, nadat zy in het bezit van Trinconomale zyn, naar myn oordeel, niet meer doenlyk is, ja volstrekt onmogelyk schynt.
Buiten de reeds vermelde Vestingen, hadden de Hollanders nog verscheidene andere op Ceilon; als daar is Beligamme, van eene zeer goede Baai voorzien; Caliraauw, alsmede Maturé, aan de Rivier Melippa gelegen; ook Baticalo, digt by de Rivier van dien naam, in eene ongemeen schoone en vrugtbaare Landstreek; het was daar, dat de Hollanders in 1682 het eerst voet aan land hebben gezet. Ook heeft men nog Calitoer, naby Gale. Deeze Stad ligt in 't hart der Kaneellanden, op eenen Berg, niet verre van de Rivier van Colombo, die daar in zee vloeit. Men kan deezen Berg niet beklimmen dan langs een eenigen weg; en de Stad, die met vyf bolwerken voorzien is, zou met weinig moeite onwinbaar kunnen gemaakt worden. Doch waartoe dienen onwinbaare Sterkten, als men ze niet wil verdeedigen?
Deeze zyn de Steden en Vestingen, die de oude angelbeek, zonder slag of stoot, alle te gelyk aan de Engelschen heeft overgegeeven; Vestingen, die, in een min gedugten staat, en met geringer bezetting, door de Portugeezen met de grootste dapperheid verdeedigd, en niet dan na een lang en bloedig beleg, en zonder hoop van onderstand, wierden afgestaan, en om welke te verkrygen zoo veelen onzer braave Voorvaderen hun bloed en leven opofferden. - De Commandant van Trinconomale alleen, de order van angelbeek tot de overgave deezer Vesting niet willende gehoorzaamen, verdeedigde zich nog tot het uiterste tegen de Engelschen; doch was eindelyk verplicht, voor de overmagt te moeten zwigten. Het spyt my, dat ik den naam van deezen braaven en dapperen Bevelhebber heb vergeeten. Het ware te wenschen, dat hy Gouverneur van Ceilon ware geweest; wy zouden dit overheerlyk Etablissement nog bezitten. Mogelyk dat men hem niet eens dank heeft geweeten voor zyne bravoure. Het is ten minsten waarschynlyk, dat hy 'er niet voor beloond zal worden: want ik heb nooit gehoord of gezien, dat iemand, die zich by de Maatschappy verdienstelyk heeft gemaakt, onderscheidende belooning heeft ontvangen. Daarentegen moet ik ook zeggen, dat de misdaaden en onrechtvaardigheden, waaraan zoo veele van 's Compagnies Dienaaren zich schuldig maaken, zelden naar verdiensten gestraft zyn geworden. Indien men dat had gedaan, wat ware 'er van alle Gouverneurs en Opperhoofden geworden, die de Bezittingen der Maatschappy op zulk eene onverantwoordelyke wyze aan den Vyand hebben overgeleverd? - wat van hun die zich, op duizenderleije wyzen, ten haaren koste, en met het zweet en bloed der ongelukkige Indiaanen, binnen korten tyd
| |
| |
verrykt hebben? - die, door domheid, hoogmoed, eigenbelang of eerzugt, verderflyke Oorlogen verwekt, den Koophandel der Maatschappy vernietigd, en haare bloeijende Bezittingen in Lastposten hebben veranderd? Indien men alle deeze misdaaden had willen straffen, hoe gering zou het getal der geenen zyn, die vry bleeven!
(Het Vervolg hierna.)
|
|