Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1802
(1802)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 32]
| |
Verslag van de stad Lissabon en de zeden der inwoonderen.(Ontleend uit Professor link's Bemerkungen auf eine Reise durch Frankreich, Spanien und Portugal.)
‘Gaven wy onlangsGa naar voetnoot(*), uit het bovengemelde Werk, eenig berigt wegens Spanjes Hoofdstad Madrid, het geen wy daarin ten opzigte van Lissabon vermeld vinden, zal even zeer plaats verdienen.’
Het eerste voorwerp, 't welk ieder Vreemdeling, by zyne intreede in Lissabon, moet treffen, is de slegtheid der Politie: de vuiligheid der straaten ligt allerwegen op hoopen; 't geen in de naauwe straaten, waar de regen dezelve niet wegspoelt, eene groote afgerigtheid in het gaan vordert, ten einde daar niet in te zinken. In eene der meest bezogte straaten aan de Rivier, loopende na de Ribera Nova, is enkel een smal pad, aan den kant der huizen loopende; en men kan zich geen denkbeeld vormen van het getal Volks, 't geen 'er dagelyks gebruik van maakt; de Gallegos met derzelver zwaare lasten, welke een voetganger niet kan vermyden; terwyl de karren zo naby de huizen ryden als mogelyk is, ten einde de paarden niet in het diepste van den modder gaan; hierdoor wordt al de drek en vuiligheid op de voetgangers gespat, zo dat zy 'er deerlyk uitzien. Voortyds was de Stad 's nagts verlicht; doch dit heeft niet langer plaats; en dewyl men de vensters vroegtydig sluit, is 'er geen licht, om de donkerheid van deeze morssige, naauwe, en slegt onderhoudene straaten te verminderen. Een heirleger van Honden, die geen eigenaar hebben, en van 't geen zy vinden leeven, loopt, als hongerige wolven, allerwegen; en nog erger dan deezen is een groote hoop Banditti. Onze Vrienden betuigden te meermaalen hunne verwondering, dat wy het, in | |
[pagina 33]
| |
deezen tyd van oorlog, ondernomen hadden, na Portugal te komen; dan ik verzekerde hun, dat zulks in geenen deele een zo stout bestaan was, als het te waagen, om 's middernagts van Belem na Maravilhas, den oostlyksten uitboek der Stad, te gaan. Hoe kan een Volk, onder 't welk een aantal verlichte Mannen gevonden wordt, zulk een smaad verdraagen; daar dit Lissabon zelfs beneden Constantinopole doet daalen? De vermaaklykheden van de Carneval worden altoos bestuurd door den heerschenden smaak van iedere Natie. Waarin moeten dezelve dan te Lissabon bestaan? Zeker in laage verrigtingen: dus bevindt men, dat lieden van hoogen en laagen rang zich verlustigen, met vuiligheden van allerlei soort op de voorbygangers te werpen, die, overeenkomstig met de Stads gewoonte, en om geschil te vermyden, zulks geduldig moeten verdraagen. De hooge wallen der Borstweeringen in de Stad, de ledige en verlaatene plekken gronds, lokken uit tot roof en moord; die verder aanmoediging vinden in de slegtheid der Politie. Deeze misdryven worden altoos met messen gepleegd, schoon alle puntmessen hier verboden zyn. - De moorden zyn doorgaans de gevolgen van wraak en jalousy; de roovers laaten het doorgaans by bedreigingen berusten. Het voorjaar is de gevaarlykste tyd; bykans iederen nagt werd 'er een moord gepleegd. De stoutheid deezer moordenaaren is verbaazend groot. Op een Feestdag, by eenen Ommegang ter eere van st. rochus, werd een man op klaaren dag, in een gedrang, vermoord. In den Zomer van het zelfde Jaar beroofde men een persoon, op den middag, by de wallen, digt by den Prins van waldek, die het zag. De roovers waren zo stout, dat zy zelfs koetzen aandeeden. Maar de misdaadigers ontkomen het meest altyd. Het medelyden der Portugeezen is zo verregaande, dat elk gereed is, om hun, in 't ontkomen, behulpzaam te weezen. Zy roepen uit, Coutadinho! of Helaas! arme Man! en alles doet men om hem voort te helpen. De Doodstraf is geheel afgeschaft: de gevatten worden na de Indiën of Angola gezonden; eene straffe, die geenzins een afschrik baart, gelyk aan die des doods; schoon de lugtstreeken, werwaards men deeze misdaadigers zendt, zo ongezond zyn dat de derwaards afgescheepten een gewissen dood als in den mond vaaren. | |
[pagina 34]
| |
Een groot gedeelte deezer rooveren zyn Negers, van welken men hier een grooter getal aantreft, dan in eenige andere Stad van Europa. Veelen winnen den kost als kooplieden, en worden niet zelden goede Burgers; men vindt 'er ook, die eene hooge volkomenheid als kunstenaars bereiken. Dan het meerderdeel bestaat uit bedelaars, dieven, bedriegers en schurken. Elke Neger, die zyn Heer, in Europa, zeven jaaren gediend heeft, is vry, en wordt dan niet zelden een bedelaar, zo hy geen zeer goed meester gehad hebbe. Een groot aantal wordt voor Matroozen gebruikt; en ik zie geen reden, waarom zy niet tot Soldaaten worden aangenomen. Dan de stelling van den Heer jungk, dat een vierde gedeelte der Inwoonderen van Lissabon uit Negers en Creolen bestaat, is, gelyk veele andere berigten deezes Schryvers, zeer vergroot. In Lissabon is een verbaazend aantal omzwervende lieden: want alle lediggangers uit het land komen als een vloed na de Hoofdstad toestroomen, en worden geduld, zonder eenige verhindering, zich daar te onthouden. Hieruit ontstaat een ongelooflyk groote zwerm van bedelaaren, die deels omzwerven, deels zich op vaste plaatzen onthouden; steeds om een aalmoes smeekende, onder toezegging van den geever in hunne gebeden aan Nossa Senhora te zullen gedenken. Een Geneesmeester zou hier een zeer groot aantal van opmerkenswaardige huidziekten aantreffen. Ik heb 'er te meermaalen de waare Melaatschheid gezien, en poogde door waarneemingen van dien aart my te verharden tegen den afkeer, door die kwaale veroorzaakt. - Deeze bedelaars ontvangen veele liefdegaven, door een verkeerd geplaatst medelyden, in deeze landen. Zy stellen ook menigmaalen kunstenaaryen te werk, om het medelyden op te wekken. Ik herinner my een oud man, die voor onze voeten van honger, zo als hy naderhand zeide, nederviel: dit wekte onmiddelyk het medelyden van myn jongen Reisgenoot op, die braaf in de beurs tastte; dan ik, zo ligt niet bewoogen, vermoedde zyn gemaakten honger, hield myn geld, onderzogt de zaak, en vond myne verdenking gegrond. Eene andere soort van bedelaary is voor de Zielen in het Vagevuur. De Godsdienstige Broederschappen, aan welken het eigenlyk toekomt deeze aalmoessen te verzamelen, en Missen in zekere Kerk ten dien einde te doen, verhuuren dien arbeid aan zekere lieden, die | |
[pagina 35]
| |
zich niet verre van die Kerk nederzetten om te bedelen, waarvoor zy doorgaans agt Milrees 's jaarlyks geeven, en door dit contract veeltyds honderd Milrees in 't jaar winnen. Alles wordt in Portugal gedaan, Pelo amor de Deos e pelas almas; dat is, uit liefde tot God en der Zielen. De Kloosters zenden de vrugten, daar geteeld, veelal druiven, om in de straaten verkogt te worden, en Zielmissen voor dat geld te doen. Deeze worden in de straaten omgeroepen als Uvas pelas almas, of Druiven voor de Zielen. Vraagt men na den prys; deeze is doorgaans vry hoog. - In de Calzada de Estreda zat een bedelaar, die gestadig uitriep: Snuif voor de Zielen! Snuif is eene behoefte van de eerste noodwendigheid by de Portugeezen van allerlei rang en beiderlei Sexe, voor ouden en jongen; eene behoefte, met één woord, voor de geheele Natie. Het valt gemaklyk, de goede gunst van iemand uit het gemeene Volk te winnen; de reiziger heeft hem slegts een snuifje aan te bieden. Ik zag een bedelaarster een snuifje steeken in den neus van een kind, 't welk zy op den arm droeg. Op eene Kruidkundige wandeling buiten Lissabon ontmoette my eene welgekleede Dame, die my om een snuifje vroeg, dewyl zy haar doos verlooren hadt. Toen ik haar te verstaan gaf, dat ik nimmer snoof, antwoordde zy, met de vervoering van de geweldigste smert: Estou desesperada! of, Ik ben geheel wanhoop! 't Was, derhalven, alphonso de IV niet kwalyk te neemen, dat hy aan de Engelsche Soldaaten, die voor hem zo dapper gestreeden hadden in den slag by Ameixial, ieder twee ponden Tabak gaf. Het Tabakrooken is egter in Portugal zeer zeldzaam; en zelfs zyn 'er de Cigarros, zo algemeen by de Spanjaarden, alleen in gebruik by de Matroozen. De Portugeezen van hoogen en laagen rang, zonder onderscheid, zyn zeer kwistig in pligtpleegingen of complimenten, die als een vloed uit elks mond stroomen. Een boer, een boer ontmoetende, neemt zyn hoed zeer eerbiedig af, houdt dien langen tyd laag in de hand, vraagt na 's ontmoeters gezondheid, en na die van zyn Gezin; hy mist niet 'er by te voegen, Estou a sues ordens, seu criado; zo veel als, ik ben tot uwen dienst, of uw onderdanige Dienaar. Deeze aanmerking steunt niet op een enkel geval; ik heb die | |
[pagina 36]
| |
beleefdheden dikwyls waargenomen by Ezeldryvers en lieden van die soort. De Portugeesche taal heeft in den mond des gemeenen volks iets fraais en welluidends; nooit zweeren zy, of bedienen zich van onvoegelyke uitdrukkingen, zo algemeen by de Engelschen, de Franschen en Spanjaarden; lieden van de laagste soort laaten zich eene enkele maal een Duivel! ontvallen. Alle Portugeezen zyn uit den aart spraakzaam; 'er loopt wel eens iets lafs onder. Men wil, dat de ryken en aanzienlyken dikwyls een valsch hart verbergen onder een vloed van zeer beleefde betuigingen. Ik heb niets te zeggen tot verdeediging der lieden van eenen aanzienlyken rang; zy zyn zo verre beneden de Spanjaarden, als het gemeene volk deezen overtreft. Het mangel aan kunde en smaak, misschien ontstaande uit een volstrekt gebrek aan werken van kunst in dit land; een Ryksbestuur, 't welk nimmer verstands genoeg of gelegenheid gehad heeft om de edeler driften der menschelyke natuur op te roepen en in werkzaamheid te brengen; de bestendige en drukkende invloed der Engelschen, die met vollen regt hunne meerderheid gevoelen; en het volstrekt verval van Letterkunde - zyn, myns oordeels, de voornaamste oorzaaken, waarom de Portugeesche Adel voor allen Adel in Europa verreweg moet onderdoen. |
|