Carolina en Walmond, of de geboete Misstap; Tooneelspel, door B.A. Fallee. In den Haag, by B.A. Fallee, 1802. In 8vo. 86 bl.
Een uitgeweken Hollander vond ene beminnelyke Hollandsche Juffer. In een ongelukkig ogenblik gingen de gelieven te ver; haar minnaar, die in Dienst was, moest zich onverwacht verwyderen; zy ontdekt dat zy zwanger is, en ontvlucht om hare schande te verbergen; dus kon haar minnaar, met alle zyne moeite, haar niet wedervinden. Na de Omwenteling geraakt hy juist by haren vader in quartier, en ontdekt dat hy by haar vader is. Daar men op ene publieke plaats zyne carolina lastert, trekt hy den degen; zyn party valt. Nu ontdekt hy zich aan den vader, en neemt terstond de vlucht. Dan hier ontmoet hy zyne geliefde, die nu in de hoogste ellende zich met haren zoon voor haren vader wilde nederwerpen; en juist nog van pas is de vader daar, die den Officier terug wilde roepen, daar de toegebragte wond in het geheel niet doodlyk was. Alles is dus nu gelukkig hersteld, en wordt recht hartlyk vergeven. Het is, derhalven, ene uitmuntende en maar al te nodige zedeles, ‘één onbedachtzaam ogenblik kan jaren van jammer va zich slepen,’ die hier, roerend genoeg, wordt ingescherpt; en daar dit Stuk gene in 't oog lopende gebreken heeft, twyfelen wy ook geenzins, of het zal op het Toneel zeer wel voldoen.