geene bedenking, om het bevel weder te aanvaarden, toen het Vaderland zyne diensten vorderde.
Indien men eene juister vergelyking had willen vaststellen, zou men moreau met catinat vergeleeken hebben, en de vergelyking, zonder volkomen nauwkeurig te zyn, zon een' zekeren schyn van waarheid gehad hebben. Maar, zonder ons met alle die vergelykingen te willen ophouden, den Man toonende zo als hy is, zal men in staat zyn om een gezonder oordeel te vellen.
In zynen eersten Veldtogt van den Rhyn ziet men hem den overtogt over dien vloed doen, na, om zo te spreeken, alles voorzien te hebben. Niets werd aan het geval gegeeven van hetgeen hem door de bekwaamheid en voorzigtigheid kon ontrukt worden. Hy trad vervolgens van overwinning tot overwinning; maar de legers, die hem moesten ondersteunen, verslaagen zynde, was hy aan zyne eigene magt overgelaaten tegen een Leger, hetwelk het zyne driemaal in magt overtrof. In de nauwe engten beslooten, die geen gunstigen doortogt aanboden, trekt hy 'er door, den vyand op alle plaatzen slaande, en dien roemryken aftogt doende, die een der vermaardste tydmerken in de geschiednis zal maaken, en komt te Kehl, zonder in zynen marsch aangevallen te zyn.
Het Leger van Italiën ziet men tegen al de hinderpaalen en tegen overmagten worstelen; men ziet hem deze schrandere aftogten volvoeren, die het Leger redden.
Weder by het Rhynleger geroepen, trekt hy andermaal over dien vloed te Diersheim, en werpt den vyand overal overhoop. Hy stond zyne zegepraalen voort te zetten, toen zyn togt opgeschort werd door de aankomst van een Parlementair, die de voorafgaande Vredesartykelen, te Leoben getekend, bragt.
Hy trok nog tweemaal met het zelfde goed gevolg over den Rhyn, en drong tot in het hart van Duitschland. Geen steunpunt, noch vesting, noch steden, noen verschanst leger hebbende, verstrooit hy overal de vyanden, en dryft hen aan alle kanten op de vlugt. Nog negen-en-twintig uuren van Weenen verwyderd zynde, dwingt hy den Keizer tot den Vrede, en eindigt op die wyze zyne glorieryke veldtogten.
Schranderheid, voorzigtigheid en bekwaamheid zyn de hoedanigheden, die moreau kenschetzen. Men kan 'er deze zedigheid byvoegen, het waare gevolg van het talent, die op haare eigen kragten niet steunt, en aan de gebeurdnissen toeschryft, hetgeen zy alleen aan zichzelve verschuldigd is.’
't Werk ontvouwt deeze aangestipte byzonderheden in eenen voeglyken styl. De Afbeelding des Helds verciert dit weluitgevoerde Stuk.