schouwer voor het vervolg vooral gerust stelt) het wordt nu duidlyk, eulalia schond eigentlyk nooit het huwlyksbed; zy verloor, kort na het verlaten van haren Gemaal, hare bewustheid; en de Verleider was niet in staat om van haar' schriklyken toestand een misbruik te maken; zy zelve, intusschen, hield zich voor onteerd.
Ziet hier een treffend Toneel, daar meinau haren Verleider tot een Tweegevecht ontmoet:
schoonthal.
Meinau! - Om 's Hemels wille! vergeving! verzoening, aan de intrede der Eeuwigheid! -
meinau.
Dáár! - niet hier! - (De plaats met zyn voet afmetende.) De afstand is zo goed! -
schoonthal.
Verzoening! Verzoening!
meinau, het pistool afschietende.
Ha!
schoonthal, na eenige stilte.
Verschriklyk Wezen! zyt gy nu verzoend?
meinau, verwilderd.
Schiet toe! -
schoonthal.
Dat zal ik! - Gy wilt myn dood? - ik (Hy keert het pistool tegen zyn voorhoofd.)
meinau, in zyne armen vallende.
Ongelukkige! wat wilt gy doen?
schoonthal.
U verzoenen!
meinau, aanhoudend in zyne armen.
Ik ben verzoend.