Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1802
(1802)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAlgemeene Geschiedenis der Letterkunde voor de Studeerende Jeugd en voor alle Letterminnaaren, door L. Wachler, Phil. Doctor, Rector en Professor van het Gymnasium te Herford. Naar het Hoogduitsch. 1ste Stuk. Te Leyden, by J. van Thoir, 1801. In gr. 8vo. 113 bl.Men zal onzen Landgenooten, wien 't ontbreekt aan kennis der Hoogduitsche taale, geen geringen dienst doen, door de Nederlandsche uitgave van een Werk, over welks onderneeming en allergelukkigste uitvoering elk waar letterminnaar zich ongetwyfeld moet verblyden, en waarin allen, die omtrent de ge- | |
[pagina 367]
| |
schiedenis der menschheid niet gantsch onverschillig zyn, veel stoffe tot voldoening aan hunne weetgierigheid kunnen aantreffen: waarom wy ook hartelyk wenschen, dat de Uitgeever gelukkig zal geslaagd zyn, met het openen van den weg van inteekening, en gemeenmaaken van dit eerste Stuk, dat reeds ter proeve het licht ziet, en in de meeste Boekwinkels gratis ter leezing wordt aangeboden. Het geheele Werk zal bestaan in vier Deelen. De Hoogduitsche uitgave is reeds in 1793 aangevangen, en, met medehulp van andere geleerde Mannen, op de roemwaardigste wyze voortgezet, en met groote goedkeuring in Duitschland ontvangen. In 1799 heeft ook de beroemde Gottingsche Hoogleeraar eichhorn, de Leermeester van wachler, een soortgelyk Werk begonnen in 't licht te geeven. Maar plan en uitvoering van beiden zyn zoo verschillende, dat de algemeene Geschiedenis der Letterkunde van wachler, tot hiertoe eenig in haare soort, welverre van daardoor overtollig te worden, voor het nuttig gebruik van des eerstgenoemden Werk zelve onontbeerlyk moet gerekend worden. In eene voorafgaande Inleiding wordt over het doelwit, de grenzen, de nuttigheid en noodzaakelykheid van eene algemeene Geschiedenis der Letterkunde gehandeld. Men leert hieruit den wyden omvang van het groot plan des verdienstelyken Hoogleeraars kennenGa naar voetnoot(*). Onder den naam van algemeene Geschiedenis der Letterkunde verstaat hy de geschiedenis der weetenschappen, en van derzelver onderscheidene gedeelten, zoo verre die zich immer over geheel den aardbodem uitgebreid hebben; de geschiedenis van alle derzelver ondergaane veranderingen en lotgevallen, derzelver uitvinding, vorming, en verbreiding, en hoe zy, | |
[pagina 368]
| |
ter volmaaking, veredeling en bereiking van eenen hoogeren trap van geluk, zyn gebruikt geworden; de verbeteringen en het bederf, dat 'er ten opzichte der weetenschappen heeft plaats gegrepen; derzelver plaatsverwisselingen, haar ryzen en daalen, en zelfs haaren volkomenen ondergang, in verscheidene Landen, benevens de oorzaaken en gevolgen. Niet minder belangryk is het daarmede verbonden kort overzicht van de lotgevallen der beärbeiding van de Geschiedenis der Letterkunde, en de zeer naauwkeurige optelling en leerryke beöordeeling der voornaamste Schryveren, die 'er opzetlyk hun werk van gemaakt, of althans, op verschillende wyzen, het hunne toe bygedraagen hebben, en, by de verdere beöefening en bevordering van deze weetenschap, met min of meer nut, kunnen gebruikt worden. Behalven deze voorbereidselen bevat dit Stukjen nog een klein gedeelte van de Geschiedenis der Letterkunde zelve; het eerste naamelyk der vyf tydvakken, waarin de Schryver de oude Geschiedenis der Letterkunde afgedeeld heeft. In dit eerste tydvak, van Adam tot Noäch, welks geschiedenis niet meer dan 19 bladzyden vervult, worden de volgende byzonderheden, met oordeelkundige oplettendheid, beknoptelyk verhandeld. 1. Over den oorsprong dezer aarde, en dien van het menschelyk geslacht. 2. Moses vooronderstelling daaromtrent. 3. Voortgang der beschaaving van het menschelyk geslacht. 4. Spraaken. 5. Godsdienst. 6. Geschiedenissen. 7. Dichtkunst. 8. Werktuiglyke Kunsten. 9. Gedenkteekenen, tot dit tydvak behoorende. Wy achten het onnoodig, over den verderen inhoud van dit uitmuntend Werk meer te zeggen. Wy wyzen allen, die begeerig zyn te weeten, wat hun daarin al zal opgedischt worden, naar het voor elk verkrygbaar Bericht des Uitgeevers, en naar het Stuk zelve, dat elk zich, ter leezing, gratis kan aanschaffen. |
|