Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1802

[p. 212]

Gedachten over de Meiëry van 's Hertogenbosch en derzelver Inwoonders, in het begin der Negentiende Eeuw, door eenen Meiëryenaar. Te Amsterdam, by A.B. Saakes, 1801. In gr. 8vo. 80 bl.

De beide Reizen door de Meijery van 's Bosch, waarvan wy verslag gedaan hebben^(*) deeden een Meijeryenaar verheuging aan; ‘dewyl de slegtigheden, aldaar zedert eenige jaaren gepleegd, daarin in 't licht gebragt en naar waarheid verhaald wierden.’ Zy deeden meer; zy bepaalden 's Mans aandagt byzonder by eenige stukken, die, zyns oordeels, opheldering behoefden. Hy bragt ze op 't papier en vervolgens ter drukpersse.

De Onderwerpen, waarop hy zyne aandagt vestigde, waren de Godsdienst, het Bygeloof, Ongeloof en Ligtgeloovigheid, Huwelyk en Opvoeding, Leevenswyze, en Gezellige Pligten. Over ieder deezer spreekt de Schryver, gelyk het getal der bladzyden uitwyst, kortlyk, en bekragtigt doorgaans zyne gezegden met aanhaalingen; ook ten opzigte van zeer algemeene waarheden, die geen zodanig gezag behoeven. Eenige ontleende Dichtregels sluiten elke Afdeeling. In de eene Afdeeling komen de Meijeryenaars 'er beter af dan in de andere egter doorgaans zeer slegt; doch vinden wy van die slegtheden meestal de Gereformeerden uitgezonderd, en dezelve alleen of voornaamlyk den Roomschen toegeschreeven. De Reizen door de Meijery worden vaak ten bewyze aangetoogen, en hier en daar met een gevalletje vermeerderd.

Allen, die in de Reizen genoegen gevonden hebben, zullen zeker ook hier 't zelve smaaken; dan of het eenig nut by de weinig of niet leezende Meijeryenaars doen zal, waarop de Schryver in 't slot schynt te hoopen dunkt ons dat niet staat te wagten. In de daad, zyne Gedagten zyn niet gelyk aan eenen Thyl Uilenspiegel Valentyn en Ourson, de Vier Heemskinderen, Doctor Faustus, de Destrudie van Jerusalem, Jan Mandevyl, de Troost der Zielen in het Vagevuur, volgens bl. 60 de Boeken by de leezende Meijeryenaars!

(*) Zie onze Vaderl. Letteroef. voor 1800, bl. 206, en voor 1801, bl. 197.