Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1802
(1802)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 201]
| |
Expeditie van Bonaparte in Egypte en Syrie, benevens die van den Generaal Desaix in het Hoog Egypte; door den Generaal Berthier, Chef van den Etat-Major Generaal van het Leger in het Oosten. - Vermeerderd met veele belangryke Nooten van Volney, Savary en Arvieux. Te Haarlem, by F. Bohn, 1801. In gr. 8vo. 214 bl.Van een veel bepaalder doel, dan het onlangs door ons aangekundigd Werk, getiteld Leeven en Daaden van bonaparteGa naar voetnoot(*), is het thans voor ons open liggende De Titel geeft het te kennen, als zich bepaalende tot dien bevreemdenden, zo veel verwonderings wekkenden, Krygstocht na Egypte; 't geen hy daar met zyne Helden en Soldaaten verrigtte; en meer byzonder het aandeel, 't welk de ongelukkig, maar roemryk, gesneuvelde desaix in dit Krygsbedryf hadt. Deeze bepaaldheid des besteks laat eene grootere breedvoerigheid toe, welke ook aan de onderscheidene deelen deezes Veldtochts gegeeven wordt. De Naam des Schryvers zet aan dit Werkje gewigt by. De kundige Generaal berthier, die in alle de ontwerpen van bonaparte deelde, hem, door zyne dapperheid en krygsbeleid, in zyne roemryke daaden behulpzaam was, en de schoonste lauweren hielp plukken, waarom men hem gewoonlyk de rechter hand van bonaparte noemde, voert de pen, en op zulk eene wyze, dat de Fransche Dagbladen 'er allergunstigst over oordeelden, en 'er den voorrang aan gaven boven alles, wat tot hier toe, betreffende deezen Krygstocht, het licht zag. De Vertaaler heeft, onder zynen arbeid, opgemerkt, dat de Generaal berthier, die men weet dat zulk een groot aandeel hadt aan deezen roemryken Veldtocht, echter zichzelven geen enkelen keer, in 't geheele Werk, noemtGa naar voetnoot(†), en de luisterrykste gevechten, tot welkers goeden uitslag men weet dat hy zo veel medewerkte, opgeeft, alsof hy by dezelven bloot aanschouwer geweest ware; terwyl hy alle de roemryke daaden der Officie- | |
[pagina 202]
| |
ren en Soldaaten, die zich door hunne dapperheid onderscheidden, optelt. Schoon deeze Tocht na Egypte voor de Franschen het bekende uiteinde gehad hebbe, laat dezelve niet naa, hoogst gewigtig te weezen, dewyl hy, in den langen schakel der Gebeurtenissen, het zyne heeft bygedraagen, om het groote doel, den Vrede, te bereiken, en bonaparte, den grootsten Held in zulk een Heldendrom, voor den Bevrediger van Europa te doen groeten. Dit denkbeeld kan en moet ter verzagtinge dienen van de smertlyke aandoeningen, welke niet kunnen nalaaten op te wellen, en de gevoelige ziel te treffen, by het leezen van zo veel oorlogsramps, van zo veel menschenbloeds op het Slagveld gestort, van zo veelen in de woestynen van honger bezweeken, van dorst versmagt, van zo veelen in de Stroomen verdronken, of door de Zee ingezwolgen. De Vertaaler heeft dit Werk verrykt en opgehelderd met eenige Aantekeningen, uit de op den Titel vermelde Schryveren ontleend. Deeze zyn van meer en min gewigts, en zouden, met vrugt, vermenigvuldigd hebben kunnen worden: ook zou op eene en andere Aantekening, hier geplaatst, wel eene Aanmerking te maaken zyn; inzonderheid strekkende, om, het geen de Gewyde Geschiedenis betreft, toe te lichten; of liever, om ons, op zulk een afstand des tyds, eene bykomende verzekering te verschaffen van de echtheid dier hoogst oude oirkonden. Wy kunnen niet afzyn van, te deezer gelegenheid, te wenschen, dat een bekwaam Man zich eens gezet verledigde, om, 't geen deeze Tocht, ten dien opzigte, aanbiedt, te verzamelen, en in het waare licht te stellen. Het verhaal is by wyze van een Dagboek opgesteld, en vangt aan met de bezitneeming van het Eiland Maltha. De Hoofd-inhoud van bonapartes Tocht is in deeze Hoofd-afdeelingen begreepen: Ontscheeping der Franschen in Egypte, met de Inneeming van Alexandrie. - Marsch van het Fransche Leger na Cairo; nevens de Gevegten, gestreeden tot het verjaagen van ibrahim bey uit Egypte. - Tocht van het Leger na Syrie, met de Gevegten daar geleverd, en het opgebrooken beleg van St. Jean de Acre. - De Tocht van den Generaal desaix in het Hoog Egypte, anders Opper Egypte geheeten, met de vermelding der onder- | |
[pagina 203]
| |
scheidene Gevegten van dien Held, maaken het overige deezes Boekdeels uit. Eigenaartig brengt de aart des Werks mede, dat het grootendeels bestaat uit Krygsverrigtingen, die, door een Krygsman verhaald, den Krygeren byzonder moeten smaaken; dan het is doorvlogten met Aardrykskundige aanmerkingen en Volksschetzen van een algemeener smaak. Wy zullen, naa deeze algemeene aanduiding van den inhoud, ons tot geene vermelding van byzonderheden inlaaten: alleen brengen wy het volgende, ter proeve van de wyze van voordragt en styl, by; terwyl het tevens onze menschkunde vermeerdert. ‘'Er kwam een zendeling uit Africa, die zich te Derna ontscheept hadt, die den heiligen speelde, en zich den Engel El-Madhy noemde, die door den Alcoran [beter schryft men tegenwoordig, om genoeg bekende reden, Coran] voorspeld werd: hy omringde zich met discipelen, en vereenigde zich met de Arabieren. Tweehonderd Maugrabynen kwamen ook uit Africa, als by toeval, en vereenigden zich met den heiligen Propheet. Hy kundigde hun aan, dat de snaphaanen, de bajonetten, de sabels en het geschut der Franschen, de waare geloovigen niet treffen konden, die onder zyne vaandels zouden optrekken; dat op zyn aanblik de Franschen de wapens moesten nederleggen, en zonder verdeediging zouden blyven. De hoop op zulk eene gemakkelyke en zo weinig gevaarlyke overwinning doet eene groote menigte, die ligt te verleiden was, de treden van deezen bedrieger volgen. - Toen hy sterk genoeg denkt te zyn om de Franschen met voordeel aan te vallen, trekt hy aan het hoofd der Arabieren na DemenhourGa naar voetnoot(*). Deeze zelfde Arabieren hadden aldaar, eenige dagen geleden, een Vredesverdrag geslooten met den Generaal marmont, Commandant van Alexandrie. - Zestig man van het Zee-Legioen waren te Demenhour gebleeven, ondanks de order, die hun Commandant ontvangen hadt, om zich naar het Fort Rahmanie te begeeven. - Zy werden verrascht en vermoord. - De Engel El-Madhy maakt gebruik van deezen eersten voorspoed, en van het vertrouwen, dat deeze in zyne beloften doet stellen, om het getal zyner Proselieten te | |
[pagina 204]
| |
vermeerderen. Het gelukt hem om de geheele Provincie in opstand te brengen. De inwooners volgen hem met geestdrift in gevechten, waarin zy onkwetsbaar zullen zyn. De begoogcheling van deeze ongelukkigen duurde niet lang. De Chef de Brigade lefebre trekt uit het Fort van Rahmanie; hy wordt welhaast omringd door geheele zwermen van deeze Dweepers; hy vecht tot zes uuren des avonds, en keert na het Fort Rahmanie te rug, na alles gedood te hebben, dat vermetel genoeg was om onder het bereik van zyn schietgeweer te komen. De dood van zoo veel geloovigen, die het slachtoffer hunner bygeloovigheid werden, verzwakt aanmerkelyk het gezag van den Engel El-Madhy, als ook het geloof zyner Soldaaten: maar het geheele land was in opstand, en de vrees voor eene ysselyke straf, de noodzaaklykheid om zich door voordeelen daaraan te ontrukken, het vertrouwen op het groot getal, gaf aan de Inwooners dezelfde vermetelheid, die hen eerst de dweepzucht inboezemde. - Om hen te onderwerpen, werd 'er eene aanzienlyker magt vereischt dan die, waarover de Chef de Brigade lefebre beschikken kon. - De Generaal lanusse komt aan het hoofd van eere mobile Colonne te Rahmanie, en trekt van daar naar Demenhour. Hy verslaat en dryft alles op de vlucht wat hem voorkomt. Hy doet vyftienhonderd man over den kling springen, die zich in de Stad bevinden, en doet haar een prooi der vlammen worden. Hy verstrooit en vervolgt de leerlingen van den heiligen El-Madhy, die zelf beevend en zwaar gekwetst geene andere redding vindt dan in de vlucht. - De Maugrabynen trekken over den Nyl, en bereiken Charkié; de Arabieren verstrooien zich, en de orde is in de Provincie hersteld. De Generaal lanusse, die de grootste werkzaamheid betoonde, en de gewigtigste diensten beweezen hadt, door zich met eene verwonderenswaardige snelheid overal te begeeven, alwaar eenige opstand was, bereikte te Charkié de Maugrabynen en andere aanhangelingen van den Engel El-Madhy, die te Bahiré ontkomen waren, toen Demenhour in asch gelegd werd. Hy doet honderdvyftig man van hunne benden omkomen, en verbrandt het dorp, waarin zy de vlucht genomen hadden.’ |
|